Een nieuw seizoen van de Suriname Major League ging het vorige weekend van start en op de eerste speeldag hebben verschillende clubs de indruk achtergelaten dat ze serieuze zaken willen doen. Zoals Transvaal, dat zich onderscheidde met fris, brutaal en aantrekkelijk. Mogelijk is de 2-0-zege op Inter Wanica de eerste stap naar de eerste landstitel, sinds 2000.
Het een en ander is anders in dit, het derde profseizoen van het Surinaamse voetbal. De negen clubs in de SML – PVV haakte noodgedwongen af – begonnen het afgelopen weekend aan wat mogelijk het langste en zwaarste Surinaamse voetbalseizoen op het hoogste niveau gaat worden. Er worden drie speelrondes afgewerkt, waarna de playoffs volgen.
Transvaal (19), na Robinhood (26) de club met de meeste Surinaamse landstitels, won zaterdag met 2-0 van Inter Wanica, wat de eerste officiële SML-overwinning betekent voor hun nieuwe hoofdcoach, Regillio Vroom. Vroom, de twee vorige SML-seizoenen assistent-trainer bij Transie, staat nu aan het hoofd van de technische staf van de groen-witten. Hij schoof door naar die post, na het vertrek van Raymond Mannen, aan het einde van het vorige seizoen.
Met Vroom aan het roer lijken er in bepaalde opzichten opvallende veranderingen plaats te vinden bij Transie. De eerste indicaties dat onder zijn leiding het een en ander zou veranderen, kwamen al in de weken nadat hij had overgenomen. Onder zijn leiding oogde Transvaal in de twee Caribbean Club Shield-wedstrijden (in juli/augustus) al behoorlijk anders, vergeleken met de duels in de lokale competitie.
Transie leek in die duels – een gelijkspel en een overwinning – dominanter, geduldiger, moderner en meer doordacht te voetballen. Dat leek geen toeval. Maar alleen het nieuwe SML-seizoen zou uitwijzen of het ging om incidentele aanpassingen, of structurele veranderingen.
Patronen
De eerste antwoorden op de meeste vragen kwamen al in Transvaals eerste duel, tegen Inter Wanica. Samengevat: zorgvuldige opbouw van achteren, via steeds terugkerende patronen, door het midden of via de zijkanten, tot aan het strafschopgebied, waarna aanvallers en middenvelders de verdedigingslinies van de tegenstander bestoken met aantrekkelijke, creatieve en explosieve acties.
De terugkerende patronen, die bij de opbouw van achteren tot aan het strafschopgebied van de tegenstander werden gebruikt, zijn ongetwijfeld ingestudeerd en moeten een behoorlijk aantal trainingsuren in beslag hebben genomen.
Maar het aspect dat het spel van Transie echt aantrekkelijk maakte tegen Inter Wanica, waren de momenten dat het combinatiespel en de collectieve inzet afgewisseld werden met individuele acties, die spelers met de bal durfden te maken. Dat gebeurde nagenoeg in elke linie, maar dan wel zodanig dat het paste in wat het team op dat moment aan het doen was.
De dingen die daarbij opvielen waren de durf, creativiteit, gedrevenheid, overtuiging en zeker ook de explosiviteit, die bij elke individuele actie, van nagenoeg elke speler, terug leek te komen. Ook dat is geen toeval. Dat benadrukt Vroom zelf. Dat is naar zijn zeggen het resultaat van een bewust beleid, dat al een poos geldt. “Wat je zag – lef, initiatief en creativiteit – is precies wat we willen stimuleren”, zegt Transie’s hoofdcoach.
Daarmee bevestigt hij dat het individuele talent, de klasse en het initiatief dat spelers zelf kunnen brengen, centraal staan in de manier waarop de groen-witten dit seizoen willen spelen. “We willen dat spelers durven, vrij zijn in hun hoofd en handelen, vanuit (zelf-)vertrouwen, maar dan altijd in dienst van het team”.
Kwaliteit
Maar wie voetbal echt kent, weet ook dat de manier van voetballen, die Vroom en Transvaal nastreven, valt en staat met de kwaliteit van de voetbalhandelingen van elke speler. Hoe goed individuele spelers gemiddeld kunnen aannemen, dribbelen en passen, bijvoorbeeld, bepaalt nagenoeg altijd de teamprestatie. Vroom: “We werken hard aan het verbeteren van de kwaliteit van de voetbalhandelingen, omdat dat de basis vormt van elk tactisch plan”.
Daarmee benoemt de Transvaal-hoofdcoach mogelijk ook de belangrijkste horde, die genomen moet worden, om het Surinaamse clubvoetbal omhoog te stuwen. Tot nu toe lopen er nog te veel spelers rond bij SML-clubs, die een of meerdere voetbalhandelingen niet goed, of niet goed genoeg, beheersen. Dat heeft een negatieve uitwerking op de prestaties van hun club en uiteindelijk op het niveau van het lokale clubvoetbal.
Simpel uitgelegd: stel, een team heeft gemiddeld vijftien passes nodig om een scoringskans te creëren. Maar het gaat bij bijna elke aanval fout bij de tiende of elfde pass, omdat een of twee spelers niet zuiver genoeg kunnen passen of aannemen. Onder de streep betekent het dat zo’n team niet of nauwelijks tot kansen zal komen. Het goede werk van de meerderheid, tot aan de fout, is dan steeds voor niets. Dat is tot nog toe gebleken het grootste probleem van het lokale clubvoetbal.
Het goede nieuws daarbij is dat het totaal geen extra investering of dure, speciale voorzieningen vereist om dat om te keren. Dat hebben ze bij Transvaal ontdekt. Eigenlijk het enige wat het vergt, is een onwrikbare toewijding aan hoge kwaliteitstandaarden, van eenieder bij de club: van de bestuursleden en de materiaalman, tot aan de technische staf.
Vroom: “Een groot compliment aan de hele staf, die dagelijks erg hard werkt om dit proces mogelijk te maken. En waardering aan het bestuur dat de staf de ruimte en het vertrouwen heeft gegeven om dit traject te bouwen”.
Het verschil maken
En als de focus sterk ligt op de individuele klasse van de spelers, spreekt het voor zich dat er persoonlijkheden zullen opstaan die het verschil kunnen maken. Twee van de individuen, die tegen Inter Wanica opvielen, zijn Jannick Pika, vleugelaanvaller en verdediger Jenilio Tevreden.
Pika, snel, handig en creatief, blaakt van zelfvertrouwen, wanneer hij aan de bal is, zelfs als hij twee directe tegenstanders in de buurt heeft. Soms lijkt hij zelf een beetje te veel te genieten van zijn eigen voetbalvermogen door de bal net zo lang bij zich te houden, totdat hij verdedigende acties uitlokt. Pika doet daarbij een beetje denken aan de Braziliaanse vedette Neymar.
Vroom is zelf ook gecharmeerd van Pika, die hij omschrijft als “een geweldige, talentvolle speler, met flair”. Hij ontkent niet dat deze aanvaller soms wat sneller zou moeten handelen, om het spel te laten vloeien of juist te versnellen. Maar Vroom ziet Pika’s huidige spel als een tussenstap in het leerproces. “Hij leert nu het verschil tussen discipline, efficiëntie en showvoetbal”, zegt Vroom.
Ook over Tevreden is Vroom duidelijk. “Tevreden verdient inderdaad een compliment. Hij brengt rust, duelkracht en vertrouwen terug in onze laatste linie, en natuurlijk geven we hem ook de gelegenheid om ervaring op te doen”. Waar Tevreden zich vooral mee onderscheidt, is dat hij de bijna vergane kunst beheerst van dominant een-op-een verdedigen, de baas zijn in een duel, zonder de bal te hebben of te hoeven aanraken. Alleen de beste verdedigers beheersen die kunst. Straks een mogelijke Natio-kandidaat?
Transvaal wil na 26 jaar eindelijk weer een kampioenschap vieren. Dat blijkt ook uit de ambities van de club dit seizoen. En kampioen worden begint altijd met de wil van elke speler om zijn persoonlijke duels te winnen en van het team om elke tegenstander te verslaan. Dat staat ook centraal in het denken van de groen-witten. “Onze focus is: groeien als team, leren als individu, en winnen met voetbal dat past bij Transvaal: fris, technisch, met karakter en respect”.












