NDP-parlementariër Annie Sadi maakt zich zorgen over de Wet Grondconversie. Zelf begrijpt ze niet waarom er zoveel haast wordt gemaakt om deze wet te behandelen in De Nationale Assemblee (DNA).
Het assembleelid wijst erop dat grond waardevol en per definitie een natuurlijke hulpbron is die niet makkelijk in waarde daalt. “Maar men moet zich niet vergissen, want waardevolle grond wordt steeds schaarser in de wereld. Grondconversie van erfpacht naar eigendom is in veel aspecten een grote verleiding”, laat Sadi optekenen. Het kan volgens haar de sociaaleconomische situatie van ons land verergeren en serieus onherstelbaar maken. Grondconversie kan naar zeggen van Sadi ertoe leiden dat Suriname een leeg land wordt, dat niet aan Surinamers zal toebehoren, maar vreemdelingen.
Grondhuur voor veertig jaar
De geschiedenis wijst volgens de parlementariër uit dat kwesties die met grond te maken hebben, wereldwijd een uitdaging vormen. “En daaruit moeten we leren, we horen als natie een zodanige wetgeving te hebben die grondgebruik rechtvaardigt. Daarbij moet geen enkele Surinamer uitgesloten worden. Grond behoort daarom altijd in handen te zijn van de hele natie”, legt de politca uit. Ze begrijpt daarom niet waarom er zoveel haast is met het wijzigen van de grondwet. Ze wijst erop dat grond in grondhuur wordt uitgegeven voor veertig jaar waarbij verlenging ook mogelijk is. Verder onderstreept ze dat het mogelijk is om het verkregen perceel over te dragen aan nakomelingen.
Het DNA-lid haar bezorgdheid heeft meer te maken met het feit dat er nu zoveel chaos bestaat over domeingrond. Dan denkt ze aan dubbele uitgiftes van gronden, overdracht aanvragen en grondaanvragen die opstapelen op het ministerie Grondbeleid en Bosbeheer (GBB). “Afdelingen kunnen niet adequaat werken, waardoor de aanvragen blijven liggen. Mensen wegen een ons van het wachten”, weet Sadi. Ze vindt ook dat er geen wetgeving is voor bestemmingsplannen, voor ruimtelijke ordening en er is geen controle op domeingronden.
Oprechte Surinaamse burger
Ook wijst Sadi erop dat de Wet Grondenrechten van Tribale Volken en Tribale gemeenschappen nog niet is behandeld in DNA. Ze vindt dat er rekening gehouden zal moeten worden met de petities die deze groepen hebben ingediend. “Het is erg wanneer het bezit van toegewezen gronden, wordt misbruikt als bezit en vervolgens gebruikt wordt om ermee te speculeren.” Sadie roept de regering op om waarde te tonen voor iedere oprechte Surinaamse burger.
Ook wilt ze niet dat de regering misbruik gaat maken van de onwetendheid van delen van de Surinaamse samenleving. Ze ziet graag dat er wijze besluiten genomen worden als het op dit vraagstuk aankomt, zodat elke Surinamer verzekerd is van een goede toekomst. Sadi maakt zich ook druk over de gronden in de binnenstad van Paramaribo, die steeds in handen komen van niet-Surinamers.
Skyhigh
Ze wijst erop dat er stichtingen worden opgericht zodat mensen eigendomsgronden in de binnenstad kunnen kopen. “De inschrijvingen van stichtingen bij KKF is nu skyhigh.” Ook al gaat het om eigendomsgronden, ze vindt dat er gekeken moet worden naar het maatschappelijk doel en het belang van overige bewoners van zo een gebied. Ze onderstreept dat eigenaren die achter een stichting schuilen, veel gronden in een bepaald gebied opkopen en daarmee allerlei zaken mee doen die niet in het voordeel vallen van overige bewoners van het gebied. Ze roept de regering op hiernaar te kijken en dergelijke zaken zelf niet te stimuleren. “Want weg is weg, laten we erover nadenken hoe Suriname eruit zal zien met zo een systeem. Zet Suriname niet in de uitverkoop”.
Sadi benadrukt dat grond nooit een juweeltje mag zijn van een regering, die nota bene tijdelijk daar is. “In alles is elke regering slechts de vertegenwoordiger als deskundig en uitvoerend instituut van de complete natie. En niet een verzameling van macht- en privileges dragers die regels vertrappen om snellere toegang tot de overheidsprocessen te hebben om de zelfverrijking te faciliteren.” Ze hoopt dat de overige 50 DNA-leden tegen deze wet stemmen. “Have a heart voor Suriname”.