De valutakoers is de afgelopen dagen flink gaan dalen, waarbij de USD- en euro koers tussen de 35 en 36 ligt, maar deze daling is niet duurzaam. “Door armoede is de valutakoers aan het dalen”, zegt econoom Winston Ramautarsing.
De econoom zegt dat Suriname een vrije wisselkoers heeft, die bepaald wordt door vraag en aanbod. Als er veel of genoeg valuta in aanbod is, dan gaat de koers natuurlijk dalen. De daling is afhankelijk van bepaalde factoren. Hij meent dat een van de factoren is dat de koopkracht van de SRD gedaald is. De koers is aan het dalen, maar de prijzen van levensmiddelen in de winkels, de brandstofprijzen en de prijzen van de nutsvoorzieningen niet, waardoor de koopkracht gedaald is. Hierdoor hebben mensen niet genoeg SRD’s om valuta te kopen. Ramautarsing zegt verder dat omdat de burgers minder goederen kopen, er nu ook minder goederen worden geïmporteerd. Dit zorgt ook ervoor dat de vraag naar valuta minder is geworden met als gevolg dat de koers daalt.
Een tweede factor is dat de staat heel veel heeft geleend. Er is meer dan USD 500 miljoen aan buitenlandse schuld bijgekomen, waarbij er geleend is bij IMF, IDB, Wereldbank en andere instanties. Er is dan meer USD in omloop, waardoor de koers stabiel is en aan het dalen is. “Er spelen ook andere subjectieve factoren, zoals verwachtingen en vertrouwen, die je niet kan voorspellen.” “Deze zorgen ook een beetje voor de daling van de koers.”
Volgens hem is de economie nog niet stabiel. “Alleen de externe wisselkoers is stabiel, maar intern zijn we armer geworden. Interne stabiliteit is er nog niet.” Er kan pas gesproken worden van interne stabiliteit als de waarde van SRD ten opzichte van de USD stijgt, maar dat is niet gebeurd. Hij zegt verder dat inderdaad de inflatie is gedaald van ongeveer 60 procent naar 37 procent. “Maar we zijn nog steeds 37 procent armer geworden.” De econoom zegt verder dat om een stabiele en duurzame economie te hebben, er vertrouwen en productie nodig is. “Maar de productie is niet toegenomen.” “De regering stimuleert de productie niet.” “Ook de import van goederen en diensten moet minder worden en buitenlandse snoepreisjes moeten ook stoppen.”