Vanmorgen vond er een bloemenhulde plaats in het Fort Zeelandia, in verband met de herdenking van de slachtoffers die op 8 december 1982 zijn gemarteld en vermoord door het toenmalig militair regiem. President Chandrikapersad Santokhi, ministers uit zijn kabinet, de ambassadeur van de Verenigde Staten van Amerika, de ambassadeur van Nederland en nabestaanden hebben de herdenkingsdienst bijgewoond.
Naast de toespraak van geestelijken, zijn ook Sunil Oemrawsingh (nabestaande en voorzitter van de Stichting 8 december 1982) en oud-president Ronald Venetiaan aan het woord gekomen. Venetiaan heeft een zelf geschreven gedicht voorgedragen, waarmee hij de slachtoffers heeft gememoreerd. Op een bijzondere manier memorerde hij alle vijftien slachtoffers.
Vonnis onbevreesd uitvoeren
Een geëmotioneerde Sunil Oemrawsingh zegt dat het vonnis onbevreesd moet worden uitgevoerd na de hogerberoepzaak. Hij heeft het Hof van Justitie opgeroepen om met elke vertraging vanuit de zijde van de verdachte af te rekenen. Er moet definitief een einde komen aan moord als politiek instrument, waarbij duidelijk wordt dat misdaden van dergelijke aard niet getolereerd zullen worden. Ook vindt Oemrawsingh dat de nieuwe generaties van voldoende kennis voorzien moeten worden over de moorden en de Surinaamse geschiedenis. Hiermee kan ook de nodige weestand geboden worden tegen elke vorm van intimidatie en geweld.
Overige mensenrechtenschendingen in Suriname
Oemrawsing pleitte ook voor onderzoek bij alle andere misdaden tegen de mensheid zoals de Moiwana-slachtingen van november 1986, de moorden te Pokigron en langs de Tjongalangapassie, en de pogingen om de waarheid te onderdrukken, onder andere door politie-inspecteur Herman Gooding te vermoorden. Het onderzoek naar al deze strafbare feiten en schendingen van mensenrechten moeten onderzocht worden in het belang van de natie, vindt Oemrawsingh.
President Santokhi sprak na afloop van de dienst met journalisten over het belang van de aanwezigheid van de regeringstop. De aanwezigheid symboliseert de will van de regering om de rechtsstaat in stand te houden en te versterken. Hiervoor is van belang dat instituten in het land systematisch versterkt worden. Het staatshoofd hoopt dat de gezochte waarheid ook degelijk gevonden wordt door de nabestaanden en dat de beleving van het rechtsgevoel kan prevaleren.