Dat dorpen in het binnenland van Suriname onderwater zijn komen te liggen, is het directe gevolg van La Niña, een oceanisch- en atmosferisch fenomeen dat zich om de zoveel jaren voordoet. Dit zorgt voor aanhoudende en meer neerslag in gezette periodes. Dat vertelt Meteoroloog Dwight Samuel van het Nationaal Meteorologisch Centrum.
Terwijl we in Suriname 4 seizoenen kennen, zal het binnenland feitelijk geconfronteerd worden met twee situaties: periodes van langere droogte en periodes van meer neerslag. Dit komt, doordat de
Intertropische Convergentie Zone (ITCZ) vooral in het noorden van Brazilië en het zuiden van Suriname ligt. Volgens Samuel heeft La Niña ook invloed op de ITCZ.
Extra neerslag
Het Nationaal Meteorologisch Centrum heeft over het heel land meetpunten, waarmee het de hoeveelheid neerslag kan bepalen en voorspellingen kan doen. Samuel constateert dat veel dorpen die nu ondergelopen zijn, behoorlijk veel regen gehad hebben. Zo werd in één van de dorpen ruim 189 mm neerslag gemeten in januari alleen. Dat wijkt af van het gemiddelde tussen 100 en 150 mm in dezelfde periode.
De kleine regentijd had eigenlijk tot eind januari moeten duren. Daar is er een afwijking in geweest, waarna de kleine droge tijd had moeten aanvangen. Na enkele dagen droogte, bleek La Niña wederom invloed uit te oefenen op het
klimaat, waardoor het meer regende.
Seizoenen wijken niet af
Samuel zegt dat er tussen de seizoenen een afwijking kan zijn van twee weken. Zijn constatering is dat dit uitgangspunt nog steeds van kracht is. Het seizoen wordt bepaald door de hoeveelheid neerslag over een bepaalde periode. Hierin zijn er geen (sterke) afwijkingen waargenomen. Daardoor zijn de seizoenen, zoals we dat gewend zijn in Suriname, nog steeds van kracht.
Voorspelling
De voorspelling is dat La Niña de eerste helft van dit jaar actief blijft. Daardoor verwacht Samuel dat de grote regentijd toch natter zal zijn, dan een jaar daarvoor. Ook het binnenland mag in de eerste helft van dit jaar, neerslag blijven verwachten.