De kwestie van het al dan niet beloven van visvergunningen aan Guyana door Suriname is nog steeds niet opgelost.
Sterker nog, afgelopen week heeft dit probleem op hoger niveau een politieke wending gekregen. De Guyanese vicepresident Bharrat Jagdeo heeft dreigende taal geuit richting Suriname. Jagdeo beschuldigt Suriname van corruptie en onbetrouwbaarheid. Volgens ons buurland blijven de 150 beloofde visvergunningen voor Guyanese vissers uit, ondanks dat Suriname die heeft toegezegd. Surinaamse regeerders ontkennen steevast enige toezegging gedaan te hebben.
Ondiplomatsche uitlatingen
De krasse taal van de Guyanese vicepresident typeert de Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking (Bibis), Albert Ramdin, als onacceptabel. “Het zijn verregaande uitspraken, heel ondiplomatisch en helemaal niet nodig, tenzij hij bewijzen heeft”, zegt de bewindsman.
Ambassadeur ontboden
Hij heeft tijdens het bezoek aan New York, voor de 77ste Algemene Vergadering van de VN zijn misnoegen geuit bij Hugh Todd, zijn Guyanese ambtgenoot. Inmiddels heeft minister ad-interim van Bibis, Krishna Mathoera, de Guyanese ambassadeur in Suriname, Keith George, ontboden. Zij heeft de ambassadeur duidelijk gemaakt dat Suriname de samenwerking met Guyana wenst te continueren, maar dan wel op grond van wederzijds respect.
Ook zou Jagdeo zich moeten onthouden van uitspraken die spanningen kunnen creëren. Ramdin zegt dat de ambassadeur te horen heeft gekregen dat de relatie, die normaliter als goed te beschouwen is, belast wordt door dergelijke uitspraken. “Maar het zijn van die uitspraken die op politieke podia worden gedaan en dat is een goed recht. Het is echter niet gebruikelijk dat dergelijke uitspraken op dit hoog niveau worden gedaan op deze toon en agressiviteit.”
Illegaliteit bij visvergunningen
Jagdeo heeft ook gedreigd met reciprociteit. Surinaamse ondernemers in Guyana zullen mogelijk bureaucratisch gedwarsboomd worden. Volgens Ramdin kan hier geen sprake zijn van reciprociteit, omdat bij de visvergunningenkwestie ook illegaliteit speelt.
De Bibis-minister ontkent nog steeds dat er 150 vergunningen beloofd zijn aan Guyana. Volgens hem is er alleen gezegd dat Suriname zal kijken naar de mogelijkheden. Ook is er geen concreet aantal genoemd. Als Guyana het tegendeel beweert, moet het dan met bewijzen komen. “Want die heb ik niet kunnen vinden”, zegt Ramdin.