Vandaag is DWT-journalist Jason Pinas voor de rechter verschenen om te getuigen in zijn zaak waarbij hij door beveiligers van de vicepresident, werd afgetuigd. Ook de drie verdachten, allen lijfwachten van de tweede burger in het land, moesten voor de rechter verschijnen. Zij worden verdacht van diefstal in vereniging, mishandeling en openlijke geweldpleging. Op 14 december hebben zij Pinas hardhandig aangepakt toen de journalist een foto probeerde te maken van de vicepresident.
Op de eerste zitting zijn vooral eerder afgelegde verklaringen, bij de afdeling OPZ van de politie, behandeld en uitgewerkt. Pinas moest opnieuw zijn verhaal doen, waarna vragen zijn gesteld door rechter Duncan Nanhoe, de officier van justitie en de advocaat van de verdachten, Irvin Kanhai.
Aan Pinas zijn vooral vragen gesteld over de personen die hem mishandeld hebben en zijn telefoon gestolen hadden. Hem werd gevraagd als hij de drie verdachten herkent en kan plaatsen in het geheel.
Pinas kon dat niet precies aangeven, omdat alles ‘heel snel gebeurde’. Ook wilde de officier van justitie weten hoeveel afstand er was tussen de auto van de vicepresident en Pinas.
De verklaringen van de verdachten hebben ook aanleiding gegeven tot het stellen van vragen aan Pinas. Zo werd beweerd dat Pinas veel zwaaiende bewegingen maakte, waardoor men hem als een bedreiging zag. Advocaat Kanhai heeft de verklaringen van Pinas uitgerafeld en zocht naar onregelmatigheden; Pinas bleef consistent in de beantwoording.
Opgenomen verklaring bij de politie
Tijdens de zitting kwam naar voren dat, bij het opnemen van de aangifte van Pinas, iets anders werd vermeld dan de journalist verklaarde. De agent heeft in de verklaring van Pinas opgenomen dat hij geen strafrechtelijke vervolging wenst van de verdachten. Pinas gaf de rechter te kennen dat hij dit nimmer heeft gezegd aan agent G.T., die de aangifte heeft opgenomen. Volgens advocaat
Georgette Leter, die Pinas bijstaat, is het niet de eerste keer dat dergelijke zaken zich voordoen. Vaak genoeg wordt in het rapport iets vermeld dat de aangever nimmer gezegd heeft.
Verdachten
De rechter heeft vervolgens alle drie verdachten gehoord, in het kader van waarheidsvinding. Zo gaf verdachte R.P. toe dat hij
Pinas aan zijn kraag vatte, in een wurggreep hield en naar de grond werkte. De verdachte sprak van ‘begeleiden naar de grond’ en ontkende dat hij hem op de grond smeet. Volgens R.P. handelde hij zoals hij dat geleerd heeft bij zijn training; een bedreiging dient geneutraliseerd te worden. In Pinas zag hij een bedreiging toen de vicepresident in een woordewisseling met hem geraakte en Pinas met de armen begon te zwaaien, zei R.P.
De volgende verdachte K.T. heeft toegegeven dat hij de telefoon van Pinas heeft afgepakt. Ook hij verklaarde te handelen volgens protocol. Hij beweerde het recht te hebben gehad om de telefoon te nemen, zodat hij het beeldmateriaal kon bekijken. Uiteindelijk nam K.T. de telefoon mee, omdat hij er niet in kon vanwege de vergrendeling. Verdachte H.B. zei dat ook hij probeerde om de telefoon te pakken, maar dat het hem niet lukte. Deze verdachte gaf een tegenstrijdige verklaring bij de politie. Hij zei dat Jason hardhandig naar de grond werd gebracht en dat enkele lijfwachten ‘op hem waren’, in tegenstelling tot wat R.P. zei. H.B. kon zich niet herinneren dat hij deze verklaring had afgelegd.
Pinas zei na afloop van de zitting dat hij de verdachten vergeven heeft, omdat hij geen haatdragend mens is. Hij vraagt zich echter wel af waarom er onwaarheden worden vertelt. ‘In hun eigen dossiers en verklaringen van eerder, hebben zij andere dingen gezegd. Ik vraag me af waarvoor het nog nodig is om onwaarheden te vertellen’, aldus de journalist.
Beelden
De rechter heeft uiteindelijk meegedeeld dat de volgende zitting op 8 maart 2022 wordt gehouden. Dan worden de beelden waarop de mishandeling te zien is, getoond in de rechtszaal.