Tijdens een openbare vergadering van de Nationale Assemblee waarschuwde parlementariër Asabina voor de ernstige gevolgen van de voortdurende inflatie en prijsstijgingen voor de Surinaamse bevolking. Hij benadrukte op dinsdag 8 oktober in het parlement dat het dagelijks leven voor veel burgers onbetaalbaar is geworden, met enorme stijgingen in de kosten van basisbehoeften.
In 2020, voordat de huidige regering aantrad, kostte een ei nog SRD 1. Inmiddels moeten burgers SRD 11 betalen, een stijging van 1.000%. Brandstofprijzen stegen van SRD 6,75 naar SRD 40 per liter, wat neerkomt op meer dan 500%. De kosten voor een gascilinder zijn eveneens geëxplodeerd, van SRD 45 naar ruim SRD 300. Ook de tarieven voor busritten zijn verhoogd van SRD 1,75 naar SRD 15, en de elektriciteitsrekening is flink gestegen.
Asabina voegde eraan toe dat deze prijsstijgingen niet alleen de lage inkomensgroepen treffen, maar dat ook de middenklasse steeds meer moeite heeft om rond te komen. Hij pleitte daarom voor gerichte maatregelen van de regering om de inflatie onder controle te krijgen en de koopkracht van de bevolking te beschermen. Zonder ingrijpen dreigt de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter te worden.
De BEP-fractieleider benadrukte dat het niet langer gaat om koopkrachtversterking, maar om het beperken van verder koopkrachtverlies. De financiële druk op huishoudens blijft toenemen, waardoor het dagelijks leven steeds moeilijker wordt voor de Surinaamse burgers.