Het bedrijfsleven is zwaar gedreven om stappen vooruit te zetten en uiteindelijk een bijdrage te leveren aan de groei van de Surinaamse economie. Daarvoor zijn tenminste die randvoorwaarden van belang om een productieverhoging te doen en door middel van export de verdiencapaciteit te verhogen.
In het vooroverleg om te komen tot een nationale dialoog hebben verschillende bedrijfsleven organisaties voorstellen voor capaciteitsverhoging en obstakels in hun bedrijfsvoering op tafel van de regering c.q. president Chandrikapersad Santokhi gelegd. Het staatshoofd acht de inzichten van het Surinaams bedrijfsleven van belang om mee te nemen in het regeerbeleid. De bijdrage van deze organisaties moeten leiden naar het Suriname waar eenieder voorstaat.
Op het Kabinet heeft president Santokhi in bijzijn van enkele ministers, overleg gevoerd met de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB), de Associatie van Surinaamse Fabrikanten (ASFA), de Associatie van Kleine en Middelgrote Ondernemerschap Suriname (AKMOS) en de Vereniging Binnenlandse Hout Producenten (BHP). Het staatshoofd wees erop dat het vooroverleg los staat van de reguliere bilaterale gesprekken met de organisaties.
De ontmoeting is tegen de achtergrond van de gebeurtenissen op vrijdag 17 februari jongstleden, welke de samenleving geschokt en Suriname internationaal geschaad hebben. De regeringsleider kon zich vinden in het voorstel van de organisaties om ook sociaal dialoog te voeren, de duurzame ontwikkelingsdoelen mee te nemen in de discussies en te gebruiken als leidraad voor nationale ontwikkeling.
VSB-voorzitter Rekha Bissumbar legde er de nadruk op dat Suriname moet afstappen van een importeconomie, naar een van productie en export. In het ander geval is het volgens Bissumbar dweilen met de kraan open. Ze merkte op dat 75 procent van de valuta die door de Centrale Bank van Suriname beschikbaar wordt gesteld naar de import gaat; de VSB-voorzitter ziet dit deel liever voor de productie ingezet worden. Het bedrijfsleven heeft graag ook meer aandacht van de regering voor het sociaal programma.
Zij vroeg ook meer stringente maatregelen om de smokkel van goud en brandstof tegen te gaan. Bissumbar zegt dat de retentiemaatregelen een goed doel hebben, maar niet beknellend moeten werken voor de productiesectoren, voor welke zij ook dispensatie vroeg, in geval van productie-uitbreiding. De VSB meent ook dat monetaire autoriteiten beter op elkaar afgestemd zijn. Ook moeten er maatregelen tegen de informele sector komen, omdat die de koers omhoogstuwt.