Roy Bhikharie, voorzitter van de Progressief Verheffende Partij (PVV) heeft aan Nederland voorgesteld om de helft van de bestaande lening van Suriname af te lossen in de vorm van een schenking ter compensatie voor nalatigheid van Nederland bij monitoren van besteding van ontwikkkelingsgelden. Dit deed de partijvoorzitter in een brief.
Bhikharie stelt verder voor dat de tegenwaarde van 500 miljoen Nederlandse guldens, die in 1980 aan een illegale regering werd verstrekt, teruggegeven wordt aan Suriname. Hij wil dat de andere helft van de schuld, die Suriname zou moeten aflossen, tegen een zachte rente met een ‘grace period’ aan Suriname wordt geleend. Nederland zou dan de besteding van deze bedragen moeten mede monitoren, zodat alle inspanningen deze keer wel het Surinaamse volk ten goede zal komen en Suriname zelfvoorzienend wordt gemaakt.
In een brief, die hij op Antwoord op brief van 16 december 2022 (1)_230205_120519 richtte aan de viceminister-president van het Koninkrijk der Nederlanden Sigrid Kaag, vroeg Bhikharie om goed uitvoering te geven aan het Ontwikkelingsverdrag van 1975 en het Raamverdrag van 1992. Kaag reageerde op de brief van Bhikharie. Zij schreef: “Gezien de economische ontwikkeling en de stijging in het BNP per capita, Suriname niet langer in aanmerking komt voor verdere financiering van ontwikkelingssamenwerking op grond van het armoedecriterium. Wel zal Nederland zijn verdragsplichten nakomen door de verdragsmiddelen die in 1975 zijn toegezegd in samenspraak met de Surinaamse autoriteiten te besteden.”
Bhikharie was teleurgesteld en verbaasd om de reactie van Kaag. Hij reageerde op de brief (Betreft Uw brief van 31 januari jI (1) ), waarin hij onder andere de bovengenoemde voorstellen deed aan Nederland. Bhikharie haalde verder aan dat dat de slaafse en koloniale mindset nog steeds te zien is in de Surinaamse samenleving. Hij geeft daarbij aan dat een baas-knecht attitude of ‘follow-the leader-mentality’ tot nu toe tot uitdrukking komt in de inadequate werking van de politiek-bestuurlijke orde en de Trias Politica in Suriname.
De voorzitter haalde aan dat het doel om Suriname zelfvoorzienend te maken, met behulp van de twee verdragen, faliekant mislukt is “en waarvoor ook volgens uw oud-minister, de heer Drs. Jan Pronk, Nederland medeverantwoordelijkheid draagt”.
Bhikharie vermeld dat het feit dat Suriname niet meer in aanmerking zou komen voor verdere financiering van ontwikkelingssamenwerking al lang niet meer valide is; maar bovenal, dat dit criterium niet relevant is in het kader van het doel van de ontwikkelingssamenwerking.
Ondanks ook het Makandraprogramma, blijken fundamentele elementen van wanbestuur zoals oligarchie, nepotisme, belangenverstrengeling en schrijnende armoede aan te zetten tot antipathie en criminaliteit in Suriname. Vanwege dit opportunistische overheidsgedrag en gezag treden polarisatie, animositeit, afgunst, wanhoop en radicalisering op. In het verlengde hiervan wordt polarisatie gekenmerkt doordat steeds meer groepen feller tegenover elkaar gaan staan; en radicalisering door extremere uitspraken, aanvallen op de rechtsstaat en andere gezagsondermijnende activiteiten. “Hierdoor zijn wij aanhoudend bezig af te koersen op maatschappelijke ineenstorting”, aldus de PVV-voorzitter.