Twee jonge vrouwen, die afzagen van een plan om cocaïne naar het buitenland te smokkelen en de politie inschakelden, staan samen met hun vermeende opdrachtgevers terecht. Halverwege het ‘proppen’ waren ze tot inkeer gekomen, maar konden zich niet zonder meer onttrekken aan de organisatie.
Daarom besloten ze te snitchen. Tijdens de politieoperatie als gevolg van het telefoontje van de vrouwen, werden driemannen (V.M., S.K. en F.A.) aangehouden en 3024 gram cocaïne in beslag genomen. Het gaat mogelijk om de contactpersoon, de verstrekker en een andere man die via de verstrekker betrokken was bij de smokkel. Het vijftal stond op woensdag 22 november 2023 voor de rechter.
S.B. en D.L., beiden in de twintig, waren van Frankrijk naar Suriname gekomen om drugs terug te smokkelen naar Europa. Nadat ze met de ‘opdrachtgever’ (V.M.) hadden overlegd, werd overeengekomen dat ze drugs zouden ‘proppen’. Zoals afgesproken werd de drugs geleverd door Main, die ook zou toezien op het inbrengen van het spul in de lichamen van de twee muilezels. Dit vond plaats in een appartement in Marowijne. Nadat ze al een deel van de drugs hadden ingebracht, kwamen de vrouwen tot inkeer en besloten ze af te haken. Bang dat ze met de drugs zouden vluchten, werden ze door V.M. opgesloten in een kamer.
De vrouwen werden op hun beurt ook bang dat er iets ergs met hen zou gebeuren, maar ze hadden geen contact met de buitenwereld omdat ze hun mobieltjes niet bij zich hadden. Via een openstaand raam slaagden ze erin een voorbijganger te vragen om een mobieltje te lenen. Zo informeerden ze de politie over de situatie. De politie trof inderdaad de twee vrouwen aan. Daarna werden de drie mannen op hun aanwijzingen opgespoord en gearresteerd. Naast V.M. kwam ook S.K. in beeld als verstrekker, terwijl F.A. een rol als contactpersoon zou hebben gehad. Ze worden alle vijf vervolgd voor drugssmokkel, althans poging daartoe. Daarnaast worden ze beschuldigd van het in bezit hebben, verstrekken/ontvangen en eventueel transporteren van drugs.
De advocaat van S.B. en D.S. heeft tijdens de zitting een verzoek ingediend om de voorlopige hechtenis van de twee vrouwen op te schorten. Dit verzoek was niet alleen vanwege het feit dat ze de politie hadden ingelicht, maar vooral omdat ze vrijwillig hadden afgezien van het plegen van het strafbare feit. De raadsman wees op relevante wetsartikelen waarin verdachten worden vrijgesteld van vervolging indien blijkt dat ze vrijwillig hebben afgezien van een voornemen tot het plegen van een strafbaar feit.
De verdediging van S.K. heeft ook een verzoek ingediend om hem voorlopig in vrijheid te stellen. De argumenten hiervoor zijn onder meer dat hij op geen enkele wijze betrokken is bij de zaak, vooral omdat de verdachte V.M. heeft toegegeven de verstrekker te zijn geweest. Bovendien zou hij, vanwege zijn achtergrond, geen reden hebben om zich met drugssmokkel in te laten.
Het Openbaar Ministerie (OM) heeft de rechter gevraagd de verzoeken af te wijzen, omdat er ernstige bezwaren zijn tegen de voortijdige vrijlating van de verdachten. De Officier van Justitie (OvJ) wees er in het geval van de twee vrouwen op dat ze niet alleen worden vervolgd vanwege de voorbereidende handelingen tot drugssmokkel, maar ook vanwege het bezit daarvan. Er is namelijk ook drugs in de vorm van bolletjes op hen gevonden. In het geval van S.K. blijft het OM erbij dat deze man een belangrijke rol heeft gehad in het geheel. Hij was door de vrouwen aangewezen als een van de verstrekkers. Daarnaast is gebleken dat hij ook op het adres is geweest waar de vrouwen in de kamer waren opgesloten.
De kantonrechter buigt zich over de verzoeken. De beslissing daarover zal worden genomen op de eerstvolgende zitting in januari 2024.