De vicepresident Ronnie Brunswijk heeft zich neergelegd bij het besluit dat Garcia Paragsingh is beëdigd als de nieuwe Procureur-Generaal (PG). Dat zegt hij in gesprek met journalisten nadat Paragsingh de eed had afgelegd maandag 14 augustus in het presidentieel paleis.
Het leek even alsof er geen consensus was binnen de regering met de benoeming van Paragsingh als PG. Er is vanuit de coalitiepartner, ABOP, aangegeven dat zij graag ook andere kandidaten zien als voordracht voor de functie van PG. Desondanks was de vicepresident Ronnie Brunswijk ook aanwezig bij de beëdiging van Paragsingh. Brunswijk stelt dat hij zich neerlegt bij het besluit van de regering. “Elke handeling die volgens de grondwet is genomen, moeten we ons daarbij neerleggen. Bij mij ging het niet om de kwaliteit van Paragsingh, maar het ging om het bereiken van een consensus”, zegt Brunswijk.
Volgens de vicepresident was de regering nog niet helemaal klaar met het bereiken van deze consensus en zou er een besluit zijn genomen over de PG in zijn afwezigheid. “We waren nog bezig met het vormen van een besluit, ik was geschrokken toen er een besluit was genomen, maar dat is geen punt. Als de president een besluit neemt, is dat het. A man na baas. Ik kan geen besluit van de president terugdraaien”, zegt Brunswijk.
Met het beëdigen van de nieuwe PG, is de rechterlijke macht van Suriname goed versterkt. Dat zegt president Chandrikapersad Santokhi in zijn toespraak. Santokhi heeft duidelijk gemaakt dat hij hoge verwachtingen heeft van de nieuwe PG, die een immense taak op zich heeft om de principes van de rechtstaat in deze hoog te houden. “Als hoofd van het vervolgingsapparaat zal zij sturing moeten geven aan een gedegen vervolgingsbeleid die alle vormen van criminaliteit inclusief grensoverschrijdende criminaliteit moeten beteugelen”, maakt Santokhi duidelijk in zijn toespraak.
De president heeft in eerdere interviews aangegeven dat de benoeming van de PG volgens de nodige protocollen en richtlijnen moet geschieden en dat de politiek geen bemoeienis heeft als het gaat om de benoeming van de PG. Hij benadrukte dit ook nog eens tijdens de beëdiging. “We dienen ons te realiseren dat zowel de Grondwet alsook de wet op de Rechterlijke Organisatie bepalingen bevatten die op hun beurt waarborgen bevatten voor het identificeren van de geschikte kandidaat. Met dit advies in de hand is vervolgens een pure administratieve vereiste om het proces af te wikkelen”, zegt Santokhi. Hierna kan de benoeming verder worden geformaliseerd door het nemen van een regeringsbesluit. “Door op deze zorgvuldige wijze te handelen is voorkomen dat puur politieke motieven en overwegingen zouden gelden om de benoeming tot stand te brengen.”
Verder houdt Santokhi voor dat hij van de PG goede afspraken verwacht met de regering en het adequaat en tijdig behartigen van de belangen van de staat. Ook als het gaat om het vervolgingsbeleid verwacht Santokhi dat er goede afspraken worden gemaakt tussen de PG en de regering voor en transparant en voorspelbaar vervolgingsbeleid. Behalve de beëdiging door de president, moet Paragsingh officieel geïnstalleerd worden als PG door het Hof van Justitie.