“We hebben in Suriname heel veel talent, maar geen echte sportcultuur”, aldus een scherpe analyse van basketbalcoach Henk Mac Nack. De oefenmeester maakte onlangs deel uit van de Surinaamse delegatie, die deelnam aan de eerste Caribische Spelen in Guadeloupe van 29 juni tot en met 3 juli.
Tijdens het evenement werd de welbekende achterstand van lokale sporters ten opzichte van hun peers in de regio wederom blootgelegd. De zaalvoetbalselectie daarentegen heeft met verovering van de zilveren medaille laten zien dat er met een serieuze aanpak, inzet en investering wel resultaten kunnen worden behaald.
Volgens Mac Nack is het van eminent belang dat opdrachten consequent en gedisciplineerd worden uitgevoerd. Hij benadrukt dat spelers “hard moeten willen trainen, op tijd moeten zijn op de training en altijd moeten willen trainen.” In dit specifieke geval heeft de oefenmeester het over basketballers. Echter, is dit van toepassing op alle sporters.
“Alle verenigingen zouden meer bezig moeten zijn met fundamentals en deze in iedere training moeten behandelen. Basketbal moet het hele jaar door bedreven worden en niet alleen wanneer er internationale competities zijn. Dat gezegd hebbende weet ik uit de praktijk dat de animo om te trainen dan helaas minimaal is.” Mac Nack haast zich om te zeggen dat de vier basketballers (Sven Tojo, Chaief Wielingen, Damian Despo en Donyell Simson), die aan het toernooi hebben deelgenomen, zich wel kranig hebben gedragen.
Garden had gedurende de voorbereidingen van de zaalvoetbalselectie te doen met het trainingsbezoek. “Er komen weinig of steeds andere jongens en als je aan een concept werkt is het een beetje moeilijk om zo te werken. Je gaat veel moeten herhalen en veel tijd hieraan moeten besteden, waardoor je achter raakt.”
Behalve de onderdelen waaraan Suriname deelnam (zaalvoetbal, zwemmen, basketbal (3×3) en wielrennen) werden ook atletiek, judo en netbal afgewerkt. Het laatste sportonderdeel wordt in Suriname niet beoefend. Bij atletiek haalde geen enkele lokale atleet de vereiste limieten, waardoor er voor dit onderdeel niemand werd afgevaardigd. De Judo Federatie schreef geen judoka’s in.
Gemengde gevoelens
Garden blikt positief terug op het evenement, maar gelooft dat de futsalselectie een betere beurt had kunnen maken. De oefenmeester verwijst naar de finale tegen Cuba; 2-9 nederlaag. Suriname had een dag eerder tegen Trinidad en Tobago alles gegeven om het slotstuk te kunnen halen. Het nationaal team maakte een heldhaftige comeback in deze enerverende slot groepsontmoeting en zegevierde uiteindelijk met 8-7.
Cuba had het voordeel van een dag rust, terwijl de Surinaamse zaalvoetballers de volgende dag meteen aan de slag moesten. “Ze waren een beetje oververmoeid en er waren blessures erbij gekomen. Al die dingen hebben ze parten gespeeld”, legt Garden uit. Hij haast zich echter door te stellen dit niet als excuus te willen gebruiken, maar pleit wel voor het toelaten van meer spelers. “Ik denk dat de organisatie meer spelers moet toevoegen, want als je zo een zwaar toernooi moet spelen zijn tien spelers te weinig.”
Volgens de bondscoach krijg je zodoende blessures en zou hij bij het beschikken over meer spelers makkelijker kunnen wisselen. De spelers worden zo meer rust gegund.
De oefenmeester en spelersgroep beschouwen de opgedane ervaring als een leermoment. Het op tijd aanvangen met de voorbereidingen heeft ook bijgedragen tot dit resultaat. “Wij moeten gewoon een betere focus hebben om door te gaan, want het is geen slechte prestatie wat wij hebben geleverd.” Naar zeggen van Garden doet Suriname niet onder voor de landen in de regio. Hij hekelt weliswaar de vele gemiste kansen in de finale. “Als wij die hadden benut zouden wij een veel betere wedstrijd spelen. Wij moeten hieraan gaan werken, want wij scoren moeilijk.”
De strijdlust van de jongens viel Garden het meest op gedurende dit toernooi. “Het heeft me goed gedaan. Die jongens hebben veerkracht getoond, maar ze moeten wel meer geduld in hun spel brengen.” Het besluit wat er verder met dit team gaat gebeuren laat Garden aan de Zaalvoetbalbond over. De oefenmeester weet dat het veel geld kost om een nationale selectie bijeen te houden. “Dus als er geen toernooi is wordt er niet doorgetraind.” Spelers zullen gedurende de competitie wel verder worden gevolgd. De bondscoach zal in zijn evaluatie ook wijzen op de trainingslocatie.
Naar verluidt was het Nesty Indoor Stadion (NIS) niet beschikbaar en moest de Zaalvoetbalbond noodgedwongen uitwijken naar een sporthal aan de Anamoestraat. Achteraf bekeken bleek de accommodatie voor heel wat spelers een te grote afstand.
Teleurstellend
Het optreden van de basketballers was volgens Mac Nack achteraf bekeken teleurstellend, “want wij hadden meer in onze mars.” De oefenmeester hekelde het feit dat de organisatie vaak genoeg niet accuraat genoeg was met de tijden. Toch was hij blij met dit evenement dat volgens hem de enige manier is om te kijken hoe basketbal in Suriname ervoor staat.
De nederlaag in de kwartfinale tegen Guyana is te wijten aan nalatigheid. Eén van de spelers zou zijn schoenen thuis zijn vergeten, terwijl een andere een te kleine schoen aan had. “Het was te merken aan hun inbreng. Waar wij normaal gemiddeld zes punten van hen hadden mogen verwachten kwamen ze maar tot 1 punt en wij verloren uiteindelijk met twee punten verschil.” De westerburen zegevierden met 15-13.
Ook deze zaken beschouwt de oefenmeester als een leerproces. Hij had samen met de spelers op bepaalde spelsystemen geoefend “en dat zag je terug bij andere teams.” Weliswaar met andere varianten “en die sla ik op. Belangrijk is om te kijken wat voor spelersmateriaal je hebt zodat je de juiste spelsystemen gebruikt.”
Niet naar verwachting
Voor zwemmer Jeno Heyns verliep het evenement niet naar verwachting. Nauwelijks bekomen van zijn deelname aan de wereldkampioenschappen in Budapest, Hongarije moest hij meteen aan de slag in Guadeloupe. “Ik zou niet zeggen dat ik uitgeput was van het WK, maar het was wel lastig om me steeds aan te passen voor wat betreft de tijdsverschillen.” Qua het niveau in de regio merkte Heyns niets bijzonders op. “Het heeft me niets nieuws bewezen.”
Terugkijkend op het evenement was hij vooral tevreden met zijn optreden op de 50 meter vrije slag van dag 1 (persoonlijke record verbeterd) en voorronde 50 meter vlinderslag dag 3, “omdat ik als derde naar de finale over ging en een redelijke tijd had gezwommen.” Jammer genoeg verliep de vlinderslag finale niet naar wens en miste de Surinamer op twaalf tiende seconden na, een bronzen medaille. In de finale van de 50 meter vrije slag finishte hij als nummer zeven van de acht finalisten.
Op het onderdeel 100 meter rugslag ging het in de voorronde verkeerd. Heyns kwam twee keer tegen de lijn wat invloed had op zijn snelheid en tenslotte zijn tijd.
Zwemcoach Given Pinas is van mening dat Heyns heeft gestreden tot het einde “wat ik ook had verwacht. Ondanks vermoeiende lange dagen heeft hij zich toch kunnen focussen en zich 100 procent gegeven.” Pinas meent dat Heyns wel opgewassen was tegen de top. “Maar op zo een niveau gaat het om honderdste van seconden dus je hebt hem of je hebt hem niet.”
Voor wielrenner Jorryn Simson verliep het niet naar wens. Hij kreeg in de eerste ronde problemen met zijn fiets, “waardoor ik niet meer kon aansluiten bij de groep”. Dit was voor hem een aderlating, aangezien hij zich niet heeft kunnen bewijzen. Simson merkte wel op dat de fietsers in de regio op een heel hoog niveau actief zijn, “maar ik kon wel mee.”
Landgenoot Xavi Wadillie maakte de race ook niet af. Hij werd na vijf ronden naar de kant gehaald. Volgens bekomen informatie hadden de wielrenners problemen met het bergachtige parcours dat over 13.3 km was uitgezet.