Het werd een DNF (DID NOT Finish) voor Dimitri Madamsir en Kenrick Sahadeo afgelopen weekeinde tijdens de Caribische wielrenkampioenschappen in Guadeloupe.
Zoals eerder in Key News verschenen zei voorzitter Earl van Wilgen van de Surinaamse Wielren Unie (SWU) dat het duo alleen aan de wegrace zondag zou meedoen. Naar verluidt had de organisatie niet voldoende geld om tijdritfietsen mee te nemen voor dit onderdeel, dat zaterdag werd afgewerkt. Volgens de SWU-topman hebben de jongens het “OK” gedaan. “Ze hebben gereden naar hun vermogen.” Het bestuurslid merkt op dat de lokale wielrijders in de regio redelijk zijn, “maar met het klimmen en dalen moeten ze wel beter worden. Misschien dat onze wielrenners fulltime moeten worden.”
Van Wilgen meent dat het organiserend land er alles aan gedaan heeft om een wedstrijd te organiseren, “die in hun voordeel was.” Het streven voor de Surinaamse wielrenners was om tenminste de ontmoeting uit te rijden. Dat gebeurde jammer genoeg niet. “Als de jury vindt dat je te ver achter bent, halen ze je uit de race”, zegt van Wilgen desgevraagd vanuit Guadeloupe. Ondanks dit laatste een beetje tegenviel vindt de SWU-topman dat het een leerrijke periode was. Hij geeft echter eerlijk toe: “wij hebben nog een lange weg te gaan, maar zijn op de goede weg.”
De verbeterpunten zijn reeds gelist, “maar je kan niet veel veranderen als er geen geld is. Want met geld moet je de trainingen kunnen draaien”, wijst de SWU-preses op de realiteit. Hij gaat verder door te stellen dat er een beetje geduld vereist is bij het rekruteren van meer jongeren voor de wielrensport. “Wij zullen gaan zoeken naar middelen hoe wij de jeugd die financieel zwak is en wil fietsen kunnen helpen. Dat is de enige manier”, denkt de voorman luidop. Over het evenement zelf had van Wilgen meer verwacht. Hij vond het deelnemersaantal minder. Naar verluidt konden enkele landen niet afreizen.
Zwaar
Madamsir zegt dat het regionaal evenement zwaar was en niet aan zijn verwachtingen heeft voldaan. “Ik kon ze niet bijhouden”, is zijn eerlijke analyse. Blijkbaar te optimistisch werd de jongeling geconfronteerd met de realiteit: “dat ik nog niet daar ben en harder tegenaan moet gaan.” Het werd duidelijk voor hem dat veel meer tijd in training zal moeten worden gestopt. “Dat gaat alleen makkelijk als ik gesponsord wordt qua materiaal enzovoort.”
De Surinaamse wielrenner benadrukt dat de concurrentie in de regio vaker deelneemt aan sterke internationale wedstrijden. “Ze zijn fulltime op de fiets, hebben alle tijd en worden gesponsord dus ze zijn natuurlijk sterker.” Madamsir had moeite met het heuvelachtige landschap. “Ik moet meer trainen op climbs” (in wielrentermen als in bergachtig gebied moet worden gereden).
Altijd ready zijn voor actie
Kenrick Sahadeo kijkt terug met gemengde gevoelens. “Ik ben een beetje teleurgesteld, maar het is wat het is. Ik had eerlijk gezegd een minder technisch traject verwacht, maar dit was vrij lastig”, erkent hij. Het was meteen een goede leerles voor de jonge wielrijder. “Je moet alles verwachten. 1 van de afdalingen was moeilijk. In Suriname kan je dat niet trainen, want wij hebben die klims (bergachtig landschap) niet. Bij een andere type parcours gaan wij goed mee.”
Sahadeo had meer van zichzelf verwacht, “maar dat heeft gelegen aan mijn ervaring op zo een route.” De wielrenners moesten 6 keer doen over een klim van 1 km met een stijging van 10%. “Verder had je een soort gravelachtig stuk met enkele gaten en bochten in de daling waar je technisch heel goed moest zijn”, beschrijft Sahadeo het circuit.
Het viel de Surinamer op dat de wielrensport binnen de regio op een hoog niveau wordt beoefend. Om het verschil te benadrukken verwijst hij naar de einduitslag. “Van de 53 wielrenners zijn 19 gefinished dus dat zeg genoeg.” Naar zeggen van Sahadeo is het op de wedstrijddag “oorlog. Het is een strijdveld. Wij van Suriname komen met wat wij hebben, terwijl de overige rijders ready komen voor de oorlog.”