De ondernemingsrechtbank in Brussel, België, heeft op 20 oktober jl. het Belgische bedrijf Clairfield N.V. veroordeeld tot terugbetaling van een bedrag groot € 2.552.932,59 aan de Centrale Bank van Suriname (CBvS).
Dat meldt de moederbank in een perscommuniqué. De voormalige Governer van de CBvS, Robert van Trikt heeft onder zijn bewind het Belgisch bedrijf aangetrokken voor het uitvoeren van projecten. Er is vanuit Clairfield betalingen verricht aan Orion NV, waar van Trikt aandelen in had. Van Trikt is momenteel in hechtenis voor overtreding van de Anti- corruptiewet, medepleging aan money laundry, verduistering, valsheid in geschrifte en vervalsing van bescheiden door ambtenaren.
Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, niet tegenstaande hoger beroep, hetgeen betekent dat de werking van de uitspraak niet wordt opgeschort indien hoger beroep wordt ingesteld. Clairfield is als de in het ongelijk gestelde partij, ook veroordeeld tot betaling van de gerechtskosten van de CBvS. In een uitvoerig en gemotiveerd vonnis heeft de rechtbank in Brussel alle overeenkomsten (5) die Clairfield in 2019 met de toenmalige Governor van de CBvS heeft gesloten nietig verklaard.
Het was Clairfield die de CBvS voor het gerecht in Brussel gedagvaard had voor betaling van een onbetaalde factuur ad € 320.000- en een schadevergoeding eiste van €1.200.000 wegens beweerde onrechtmatige beëindiging van de vijf overeenkomsten door de CBvS. De CBvS stelde een tegenvordering in en eiste op haar beurt nietigheid van alle met Clairfield gesloten overeenkomsten en de teruggave van het bedrag van
€ 2.552.932,59 dat onder de vijf overeenkomsten aan Clairfield werd betaald.
In het vonnis van 20 oktober 2022 heeft de rechtbank de vordering van Clairfield ongegrond verklaard en afgewezen. De tegenvordering van de CBvS werd wél gegrond verklaard. Daarbij is de nietigheid van alle Clairfield-overeenkomsten uitgesproken en is Clairfield veroordeeld tot terugbetaling aan de Centrale Bank van Suriname van het bedrag groot € 2.552.932,59, te vermeerderen met wettelijke interesten vanaf de datum
van dagvaarding tot de datum van volledige betaling.
Verder stelt de Belgische rechtbank vast dat de Clairfield-overeenkomsten een ongeoorloofde oorzaak hadden. De rechtbank acht het bewezen dat de overeenkomsten met Clairfield gesloten zijn met de bedoeling een strafbare, met de openbare orde strijdige, toestand in stand te houden. Concreet acht de Belgische rechtbank het bewezen dat door de toenmalige Governor van de Centrale Bank van Suriname, vanuit de Centrale Bank, hoge vergoedingen aan Clairfield werden toegekend, en vervolgens een substantieel deel daarvan via een privéonderneming terugkreeg.
Tenslotte stelt de Belgische rechtbank ook vast dat, aangezien de vijf overeenkomsten die door de CBvS in 2019 getekend zijn met Clairfield buiten de wettelijke bevoegdheden en taakstelling van de CBvS vallen, de toenmalige Governor van de Bank niet bevoegd was om deze overeenkomsten namens de Centrale Bank van Suriname aan te gaan. De Centrale Bank van Suriname is zeer content met dit vonnis van de Belgische rechtbank. Op basis van dit vonnis dient terugbetaling door Clairfield aan de Bank plaats te vinden van het bedrag ad € 2.552.932,59.
De Centrale Bank van Suriname heeft ook kennis genomen van de ambtshalve aangifte bij de Procureur des Konings door de Belgische rechtbank van het misdrijf van Clairfield.
Projecten die zijn aangegaan met Clairfield Benelux N.V.
- De overeenkomst Project Lagarde 1 ‘Valuation and Fairness opinion RGM royalty Structure’ getekend op 13 september 2019, voor een non-refundable vergoeding van euro 620.000, waarvan bij ondertekening euro 300.000, als voorschot is betaald en/of (SRD 2.073.205.996,67)
- De overeenkomst Project Prodigy ‘Valuation of the assets of the Government of Suriname’ getekend op 16 mei 2019, voor een non-refundable vergoeding van euro 2.500.000, waarvan bij ondertekening een bedrag van euro 1.250.000, als voorschot is betaald en/of
- De overeenkomst Project Prodigy 2 ‘Support to the Central Bank of Suriname for managing the national assets through creation and operation the Suriname Participating and Investment Company’, getekend op 6 augustus 2019 voor een totaal bedrag van euro 850.000 als indicatief budget waarvan bij ondertekening euro 425.000 als voorschot is betaald en/of
- De overeenkomst Project Prodigy 3 ‘Implementation of reforms and optimizations at the Central Bank of Suriname’ getekend op 5 augustus 2019 voor een indicatief budget van euro 360.000, waarvan op 2 oktober 2019 euro 300.000, als voorschot is betaald en/of
- De overeenkomst Project Prodigy 5 ‘Valuation of Suriname Embassies and sale and lease back structuring’, getekend op 19 december 2019, voor een nog te bepalen totaal eindbedrag in euro’s, waarvan bij ondertekening euro 196.000 als voorschot is betaald.