Democratisch Alternatief ’91 (DA ’91) heeft krachtig gereageerd op de recente ophef over het grensgeschil tussen Suriname en Guyana. In een officiële verklaring benadrukt de partij dat een DA ’91-regering “geen genoegen zal nemen met minder dan de volledige erkenning van de rechtmatige grenzen van ons land”.
Het standpunt over de Tigri-kwestie, een langlopend grensgeschil met Guyana, zal volgens de partij niet worden beïnvloed door persoonlijke of zakelijke belangen, “of het nu gaat om Surinaamse of Guyanese belangen”.
De verklaring volgt op reacties uit Guyana na het tonen van een kaart tijdens de International Business Conference (IBC), die van 4 tot en met 6 februari plaatsvond in het Assuria Event Center in Paramaribo. Op de kaart werd het Tigri-gebied, dat door Guyana wordt aangeduid als de ‘New River Triangle’, als Surinaams grondgebied weergegeven. Dit leidde tot een felle reactie van de Guyanese minister van Buitenlandse Zaken, Robert Persaud, die op Facebook verklaarde dat de New River Triangle “een integraal onderdeel is van het soevereine grondgebied van Guyana, zoals erkend door het internationaal recht”.
DA ’91 noemt de reactie van Persaud schandalig en beschuldigt hem van schaamteloze leugens over de officiële procedure rond de illegale bezetting van het Tigri-gebied door Guyana. Volgens de partij hanteert Persaud de tactiek van “de grootste schreeuwer heeft altijd gelijk” om het geschil in het voordeel van Guyana te beslechten.
Historische context
Het grensgeschil tussen Suriname en Guyana dateert al van ver voor de onafhankelijkheid van beide landen. Het Engels-Nederlands Verdrag van 1814 legde de grens tussen Brits-Guyana en Suriname vast bij de Corantijnrivier. In 1840 onderzocht Robert Schomburgk de grenzen van Brits-Guyana en nam hij de Corantijn als grens, met de Koetari als bron. In 1871 ontdekte Charles Barrington Brown echter de Boven-Corantijn, ook wel de ‘New River’, wat leidde tot onenigheid over de exacte grens. In 1969 nam Guyana het Tigri-gebied militair in bezit, een situatie die tot op de dag van vandaag voortduurt. Ondanks afspraken over demilitarisering tijdens onderhandelingen in Trinidad in 1971, heeft Guyana zich nooit aan deze afspraken gehouden.
Reactie SGCC
Vishnu Doerga, voorzitter van de Suriname Guyana Chamber of Commerce (SGCC), de organisatie achter de IBC, reageerde aanvankelijk in de Guyanese krant “Stabroek News” door te stellen dat de conferentie “de overtuigingen van elk land respecteert, waar we ook zijn, omdat Suriname zijn burgers leert dat de Nieuwe Rivierdriehoek van hen is”. DA ’91 noemt deze reactie “zeer laf”, omdat Doerga volgens de partij “onmiddellijk wist dat hij tussen twee partijen werd geperst”. Na kritiek uit Guyana kwam Doerga met een tweede verklaring, deze keer via een Facebookvideo, waarin hij zijn excuses aanbood voor “eventuele misvattingen of verdriet” die zijn eerdere uitspraken hadden veroorzaakt. Hij benadrukte dat de New River Triangle “een integraal onderdeel is van het soevereine grondgebied van Guyana” en dat de kaart die tijdens de conferentie werd gebruikt, onderdeel was van een Powerpointpresentatie van een genodigde spreker en niet van SGCC-materiaal. DA ’91 ziet dit als een “typische reactie van iemand die zich laat intimideren door de hardste schreeuwer in de kamer”.
Oproep aan Surinaamse regering
DA ’91 keurt de gang van zaken rond de Tigri-kwestie ten strengste af en vindt dat het geschil al veel te lang onopgelost blijft. Volgens de partij is dit het gevolg van regeringen die “niet de moed hebben getoond om op te komen voor hun nationale belangen en soevereine rechten”. De partij roept de Surinaamse regering op om zo snel mogelijk een krachtig standpunt in te nemen. “Het vredelievende volk van Suriname verdient het om op een correcte manier behandeld te worden, wat betekent dat hun soevereiniteit te allen tijde gerespecteerd moet worden”, aldus DA ’91.
De partij benadrukt dat Suriname een onafhankelijke, soevereine natie is met een volledige zetel in de Verenigde Naties. “Niet omdat Guyana een ‘oilboom’ ervaart, en niet omdat er Surinaamse bedrijven in Guyana actief zijn, zou het moeten betekenen dat de Surinaamse soevereiniteit te grabbel gegooid moet worden,” stelt DA ’91. De partij eist dat de SGCC de verklaringen van Doerga intrekt en roept op tot een duidelijke en onafhankelijke positie van Suriname in deze kwestie. “Tigri hoort bij Suriname”, besluit DA ’91.