Suriname moet onder ander de verklaring van inkomens en vermogens van publieke functionarissen aanpassen om de negende IMF-review te halen.
Anastacia Guscina, Chief Mission Leader van het IMF, benadrukt dat de huidige draftwet aan internationale standaarden moet voldoen, maar ook aansluiten bij de Surinaamse situatie. “We hopen dat de wet snel wordt ingediend bij de ministers en de Nationale Assemblee, die hierover moeten beslissen”, aldus Guscina.
In 2023 kondigde president Chandrikapersad Santokhi al aan dat een staatsbesluit zou worden uitgevaardigd als onderdeel van de Anti-corruptiewet. Dit besluit is gebaseerd op artikel 9, lid 5, en artikel 11, lid 3, van de wet en introduceert de verplichte “Verklaring van Inkomen en Vermogen” voor publieke functionarissen. Deze verklaring omvat gedetailleerde informatie over inkomen, vermogen en andere financiële bezittingen.
De verklaring moet periodiek worden ingediend bij een notaris naar keuze en wordt vertrouwelijk bewaard. Het staatsbesluit regelt ook de registratie van ontvangstbewijzen bij de Anticorruptie-commissie en de procedure voor het opvragen van deze verklaringen door gerechtelijke autoriteiten in het kader van strafrechtelijke onderzoeken.
In juli 2024 gaf de minister van Justitie en Politie aan dat de regering mogelijk zou starten met de implementatie van de verklaring. JusPol hoopte aanvankelijk in augustus 2024 te beginnen met het registreren van de inkomens van publieke functionarissen. President Santokhi maakte echter enkele weken geleden bekend dat de registratie is uitgesteld tot na de verkiezingen. Guscina benadrukt dat de wet niet alleen moet bestaan, maar ook goed geïmplementeerd moet worden. “Alleen de verklaring aanbieden aan een notaris is niet genoeg; het moet ook gepubliceerd worden”, zegt ze.
Met de opkomst van olie- en gasrijkdommen is deze wet van groot belang. Guscina wijst erop dat de samenleving de regering moet aansporen om deze maatregel door te voeren. “De samenleving heeft het recht om te weten wat er speelt. Alleen dan is er sprake van overheidstransparantie en verantwoordelijkheid”, concludeert ze.