Het besluit voor de negende en tevens laatste review moet in de komende weken genomen worden. Suriname zal eind maart van de executive board of directors van IMF moeten horen als zij goedkeuring hebben gegeven voor de negende review, desondanks zegt de minister van Financiën en Planning positief te zijn en dat de regering zich zal inzetten om het te halen.
“We moeten het halen, want met de laatste review gaan financiële middelen gepaard die we nodig hebben”, zegt de minister van Financiën en Planning, Stanley Raghoebarsing tijdens een persconferentie met verschillende IMF-officials.
Tot nu spreekt de minister van een succes binnen het IMF-programma ondanks we de negende review nog niet binnen hebben. De successen zoals hij die noemt, is volgens Raghoebarsing te wijten aan goed leiderschap die is getoond door de regering. “Zonder goed leiderschap, inspanning van de samenleving, bedrijfsleven hadden we deze successen niet geboekt”, merk Raghoebarsing op.
Hij benadrukt dat IMF als belangrijke partner moet worden gezien in het economisch herstel van Suriname. “En dat is gelukt. Onze schulden druk is een stuk minder en hebben met veel genoegen gezien dat ons bureau van staatsschuld internationale erkenning hebben gekregen, omdat we de beste schuldenherschikking hebben kunnen bewerkstelligen”, zegt de financiën minister.
Wat er na het afronden van het EFF-programma van IMF en Suriname zal volgen is afhankelijk van de nieuwe regering die na de verkiezingen zal komen. Raghoebarsing zei dat alles valt en staat met goed leiderschap en dat de samenleving daarvoor moet zorg dragen als zij 25 mei 2025 moet kiezen.
“Ongeacht wie aan de macht komt, we moeten door blijven gaan want het kan heel snel wel slecht worden”, klonk het bijna als waarschuwing van Raghoebarsing. “Laten we alsjeblieft kiezen voor stappen vooruit en geen stappen achteruit. Kies voor de verdere vooruitgang voor je land en betekent goede bemensing van de Centrale Bank en door gaan met niet zomaar geld bossen”.
Volgens mission leader van IMF, Anastacia Guscina, zijn er tastbare veranderingen te merken vanuit de regering. Guscina gaf aan dat het programma inderdaad niet makkelijk verliep in het begin en werd het ook overgebracht als een programma van het IMF. “Maar nu wordt het gezien als een Surinaams programma en wordt er verantwoordelijkheid genomen. Er wordt nu uitgevoerd niet omdat het IMF-programma is, “but because it’s the right thing to do”, hield de IMF-missieleider journalisten voor.
Dit is voor haar een tastbaar resultaat van getoonde leiderschap van de regering om zaken aan te pakken omdat deze aangepakt moesten worden, wil Suriname een gezonde economie hebben. Uiteindelijk was er volgens Guscina wel sprake van goed bestuur en moet ook worden doorgezet ongeacht wie aan de macht komt.