De Mennonieten zouden weer actief zijn in het zoeken naar grond, volgens Ruud Souverein. De bemiddelaar voor de mennonieten zegt dat de Mennonieten zich nog steeds graag willen vestigen in Suriname. “Maar we hebben nog geen land gevonden”, zegt Souverein over de geruchten die rond gaan over de Mennonieten dat zij eventueel in het Westen van Suriname land zouden hebben gekocht.
Districtscommissaris, Josta Lewis om een reactie gevraagd zegt dat zij geen beschikking heeft gezien noch ondertekend voor de Mennonieten. “Tenzij de minister mij als dc heeft gepasseerd en zelf land heeft uitgegeven, heb ik geen enkele beschikking hier onder ogen gezien voor de Mennonieten”, merkt Lewis op.
Wel bevestigd zij dat het traditioneel gezag van de verschillende dorpen in en rondom Apoera zoals Washabo en Section gesprekken hebben gevoerd met de Mennonieten. “Het was zelfs zo ver dat er een soort overeenkomst getekend zou worden, maar daar is van af gezien nadat de gemeenschap het traditioneel gezag op de vingers heeft getikt.” De DC zegt dat er geen grond kan worden uitgegeven of verkocht aan derden aangezien het grondenrechtenvraagstuk voor de Inheemsen nog steeds niet is erkend.
Volgens Souverein is het zoeken naar grond voor de landbouw nu op een laag pitje gezet. Hij geeft aan dat er momenteel niet zo veel gebeurd waardoor er geen sprake kan zijn van ‘tegenwerking’. De bemiddelaar beaamt dat er wel gesproken is met het traditioneel gezag van Apoera maar dat geen land is gekocht of toegewezen. In 2023 gaf de regering toestemming aan 50 Mennonieten gezinnen om zich te komen vestigen in Suriname en landbouw uit te oefenen.
President Chandrikapersad Santokhi gaf toen in de Nationale Assemblee aan dat de regering geen land zou toewijzen aan de Mennonieten, maar dat zij zelf op zoek zouden gaan naar landbouwgronden en deze zelf zouden opkopen.
Verschillende NGO’s en organisaties spraken zich uit over de komst van de Mennonieten in Suriname. Vooral traditionele gezagsdragers maakten duidelijk dat de Mennonieten niet welkom zijn in hun woon- en leefgebied omdat het grondenrechtenvraagstuk nog niet erkend is door de regering.
Het grondenrechtenvraagstuk is al langer dan 40 jaar op het bord van verschillende regeringen en het kan maar niet worden toegekend. “Wij zijn de beheerders van het bos en hebben ervoor gezorgd dat wij nog een mooi en bebost land hebben. Waarom kunnen onze rechten maar niet erkent worden”, geven de Inheemsen en hun organisaties keer op keer aan. Santokhi beloofde vaker het grondenrechtenvraagstuk te bespreken in De Nationale Assemblee en om dit vraagstuk op de agenda te krijgen. Echter lopen de gesprekken elke keer vast en wordt het vraagstuk vaak genoeg aan de kant geschoven om ruimte te maken voor andere wetten.