De padie-oogst in Nickerie is gestart en de opkoopprijs is weer het breekpunt tussen de verwerkers en de boeren. Naar verwachting zal de president weer naar Nickerie moeten reizen om de brand te blussen, want zijn partij mag de DNA-zetels van het district niet kwijtraken. Vorig seizoen was dat ook het geval. Toen had de president een prijs van SRD 850 per baal afgedongen bij de exporteur.
Echter werden de boeren slecht 650 SRD betaald. De sector is altijd een speelbal van de politiek geweest waarbij de financier, lees de verwerkers/exporteurs, het beleid al dan niet rechtstreeks bepalen. Dat terwijl in alle landen waar rijst het hoofdvoedsel en een bron van nationale inkomen is, de regeringen zorgen voor alles dat de sector in stand kan houden en verder ontwikkelen.
De ontwikkelingen in de sector
Om effectief beleid te maken in de sector is het van belang dat de regering precies weet wat de productiekosten zijn van een baal padie. Vanaf 1986 is dat niet meer onderzocht waardoor de productie en de inkomsten voor de staat terugliepen. Waren er in 1987 nog 5500 boeren actief in de sector in 2024 was dat nog geen 1300. Terwijl het aantal verwerkingsbedrijven van 8 naar 30 groeide. Verwacht zou mogen worden dat daarmee de vraag naar padie zou zijn gestegen en de boeren betere prijzen voor hun product zouden krijgen. Niets is minder waar. Er is in Nickerie slechts een exporteur/verwerker die alles bepaalt en de rest zijn zijn leveranciers. Zelfs het ministerie van Landbouw Veeteelt en Visserij (LVV) kan niets doen zonder de betrokkenheid van het bedrijf.
In het verleden kon de overheid via de Stichting Machinale Landbouw (SML) invloed op de opkoopprijs uitoefenen. Echter werd het bedrijf door regering Venetiaan/Adjodhia (2000-2005) kapotgemaakt door het op te dragen om 5000 ha in te zaaien en midden in het proces de financiering stop te zetten. Eerder werd het Surland rijstbedrijf vernietigd door het laten verdwijnen van 400 ton padie. In 2019 gaf de regering Bouterse/Adhin het verwerkingsbedrijf van de SML aan een partij financier cadeau. In 2016 werd door LVV een verwerkingsbedrijf gekocht voor de drievoudige prijs van de werkelijke waarde die niet eens instaat zou zijn om 1% van padieproductie op te kopen. Dat bedrijf is ook niet meer in het bezit van de SML. De huidige regering heeft twee rapporten laten opmaken om SML terug te halen in de boezem van de Stichting. Echter werd dat vanwege politieke belangen gelaten voor wat het is.
Rijst, water, grond en arbeid zijn de enige inputcomponenten die Suriname heeft in de rijstsector. De rest wordt geïmporteerd. Dat betekent dat de concurrentiepositie van Suriname op de wereldmarkt, ten opzichte van landen die een kleinere importcomponent hebben en op grotere schaal produceren, heel zwak is. Voor 1980 kon Suriname dat op de Europese markt compenseren vanwege de super lange korrel die zij alleen bezat. Echter is dat deel van de markt overgenomen. Eerst door rijst met een aroma en nu door basmatirijst. Daarnaast vielen in 1990 de preferentiele voordelen van de ACP-landen ook weg waardoor de concurrenten uit Azië, Suriname van de markt veegden. Ook daarna bleef goed beleid uit. Zelfs het eenvoudig onderhouden van waterpompen zat er niet in, laat staan het op tijd zorgen voor irrigatiewater. Op dit moment kan Suriname alleen op de Caricommarkt rijst afzetten omdat zij als lidland geen invoerrechten hoeft te betalen. Echter lukt ook dat niet goed omdat de concurrent, Guyana, goedkoper en met een groter aanbod op de markt zit.
De oplossing
Het eerste dat gedaan moet worden, is zorgen dat de irrigatievoorziening goed functioneert. De inzaai opgevoerd wordt naar minstens 45.000 ha waardoor de efficiëntie in de totale sector stijgt. Daardoor kan de importcomponent van de sector terug naar 30% zoals in 1987. Elk seizoen moet er een kostprijs gerekend worden om goed beleid mogelijk te maken. Er moet permanent landbouw- en technisch onderzoek verricht worden zodat de opbrengst per ha stijgt en de kosten worden verlaagd. De boeren moeten verzekerd zijn van een arbeidersloon dat belastingvrij is net als bij alle andere arbeiders. De boeren moeten daarnaast ook verzekerd zijn van een ondernemerswinst. De vee-, de pluimvee- en de tuinbouwsector als afnemer van de bijproducten van de rijstsector, moeten in snel tempo ontwikkeld worden zodat zij nog meer kunnen bijdragen in de inkomsten van de rijstsector. Door niet alleen te exporteren, maar ook in de detailhandel te opereren op de Caricommarkt, kan het marktaandeel van Suriname verzekerd zijn en vergroot worden. Daarbij zouden ook alle andere agrarische en niet agrarische producten meegenomen kunnen worden.
Kenneth Sukul