DOE-voorzitter Steven Alfaisi kijkt niet met veel enthousiasme uit naar de jaarrede van president Chandrikapersad Santokhi die morgen wordt uitgesproken. Volgens hem zullen er voornamelijk politieke beloften worden gedaan, vooral omdat dit de laatste jaarrede van dit kabinet is.
Daarnaast verwacht hij dat er veel aandacht zal zijn voor het finale investeringsbesluit FID (Final Investment Decision) van Total Energies en APA Corporation in blok 58 voor de Surinaamse kust, dat morgenochtend, voorafgaand aan de jaarrede, bekendgemaakt wordt. “Ik heb geen hoge verwachtingen. Er gaat een bekendmaking plaatsvinden van de FID. Hij zal dat meenemen in zijn jaarrede en van daaruit heel veel beloftes doen.”
Alfaisi wijst in gesprek met ABC Televisie erop dat de jaarredes van de afgelopen jaren vaak weinig concreet waren. De beloften die zijn gedaan, worden volgens hem niet waargemaakt en daardoor kan de uitvoering van het beleid moeilijk worden gemeten. In de praktijk blijkt er volgens Alfaisi maar weinig vooruitgang te zijn. Hij wijst op verschillende problemen in het land, zoals de gezondheidszorg, het onderwijs en de aanhoudende corruptie. “Onze gezondheidszorg ligt nog steeds op zijn gat. Medici trekken weg. Verpleegkundigen trekken weg. Men kan de kosten van gezondheidszorg niet meer betalen. De overheid komt haar verplichtingen met SZF niet na. Er is continu een issue binnen de gezondheidszorg.”
De partijvoorzitter merkt op dat de bevolking zich ervan bewust moet zijn dat inkomsten uit de oliesector pas in 2028 zullen binnenkomen. “Niet te vroeg juichen”, waarschuwt hij, verwijzend naar de manier waarop de president mogelijk het nieuws over de FID zal presenteren.
Alfaisi zegt dat het land leiders nodig heeft met een ontwikkelingsvisie. “We moeten weten hoe we het land op korte, middellange en lange termijn kunnen organiseren.” Hij geeft aan dat er diverse sectoren zijn die meer potentie hebben dan de mijnbouw. “Bosbouw biedt veel kansen. Met bosbouwproducten kun je veel meer verdienen dan goud. Als je het goed ontwikkelt.”