De douaneambtenaren JC en RG die samen met zakenman Jean ‘Saya’ Mixon terecht staan, zeggen dat er niks verkeerd is gegaan bij de afhandeling en vrijgeven van een peperdure geïmporteerde auto.
Ook Saya is zich van geen kwaad bewust. De verdachten worden verdacht deelname aan een criminele organisatie, valsheid in geschrifte en oplichting van de staat.
De drie stonden op vrijdag 2 juni 2023 voor de 5de keer in dit proces voor de rechter. JC had op de dag van de inklaring van de auto als chef van de Visitatie Post Nieuwe Haven een hoofdverantwoordelijke op de haven. RC was in de functie van verificateur.
Op vragen van de Officier van Justitie (OvJ)vertelde JC dat RC hem had voorgehouden dat het betreffend voertuig (Aston Martin Vantage V12) niet kon starten waardoor het ook niet uit de container kon worden gehaald. Vanwege de beperkte ruimte in de container kon de verificateur niet in het voertuig komen voor uitgebreide controle aan de binnenkant. Op dat moment was het papierwerk al nagetrokken en had een initiële visitatie plaatsgevonden. Aangezien de controle feitelijk al was voltooid, heeft JC ingestemd met RG om toestemming te geven aan belanghebbende om het voertuig met container en al af te voeren.
Er is daarbij afgestemd dat RG de auto nader zou visiteren, wanneer de ondernemer die zelf op eigen locatie zou hebben uitgeladen. JC onderstreepte in zijn toelichting dat deze werkwijze gebruikelijk is in gevallen waarbij de douane geen onnodig risico’s wil nemen om kostbaar en gevoelig importwaar te beschadigen. ‘Er is daarmee niet afgeweken van de gangbare procedures’, aldus de verdachte.
RC heeft in zijn verhoor het verhaal van JC bevestigd. Hij vulde aan dat hij de documenten betreffende het voertuig fysiek heeft gecontroleerd omdat vanwege het ontbreken van internet op de afdeling het Asycuda systeem bijna twee weken niet toegankelijk was. Toen het voertuig niet kon starten heeft RC eerst contact opgenomen met de verzekeringsmaatschappij.
De mogelijkheid is overwogen om de auto met een vorkheftruck uit de container te halen. Maar uiteindelijk werd ook daarvan afgezien omdat eventuele schade zou worden verhaald op de verzekeringsmaatschappij en de douane. Op dit punt stapte RC naar zijn chef(JC), waarna ze overeenkwamen dat de auto door de belanghebbende (Saya) zou worden afgevoerd en uitgeladen.
De douaneman begaf zich vervolgens naar de locatie alwaar de nadere visitatie heeft plaatsgevonden. Ondertussen was Saya erin geslaagd om via de tussenhandelaar en de verscheper erachter te komen wat de code was om het voertuig aan de praat te krijgen. RC heeft onderstreept dat de ondernemer op geen enkele wijze invloed heeft gehad op zijn werk.
Saya zei tijdens de afhandeling nimmer te hebben gecommuniceerd met RC. Een inklaarder was belast met de formaliteiten om de auto van de haven te krijgen. De Officier van Justitie (OvJ) liet hem weten dat volgens een belastingambtenaar hij sporadisch belasting afdraagt. Saya reageerde daarop met: ‘Dan heeft hij de stukken niet goed nagekeken. Mijn bedrijf betaalt jaarlijks belasting en ik heb geen achterstanden.’ Bovendien heeft hij nimmer een additionele aanslag gehad, evenmin is hij bij de politie daarover gehoord.
De verdachte zei sinds 2008 voertuigen te hebben geïmporteerd en zich altijd aan de procedures te hebben gehouden. Hij vertelde dat het ook niet de eerste keer was dat deze bijzondere situatie had meegemaakt.
Hij heeft ook erop gewezen dat hij persoonlijk naar de douane is geweest om duidelijkheid te vragen toen hij geruchten hoorde over de auto. Daarbij zou hij op eigen initiatief hebben aangeboden om de te betalen rechten te voldoen, indien hij om welke reden dan ook daarin tekort was geschoten. Maar hij kreeg te horen dat er niks aan de hand was. Uiteindelijk werd hij toch aangehouden.
Zowel JC en RC als andere douaniers die als getuige zijn gehoord, hebben benadrukt dat erin de onderhavige kwestie niet is afgeweken van de douaneprocedures. Zelfs als er achteraf zou zijn gebleken dat Saya te min heeft betaald, dan geeft de ‘douanewet’ genoeg handgreep om eventueel misgelopen belastingen alsnog te vorderen. Hij heeft naderhand begrepen dat hij mogelijk juist teveel heeft betaald, omdat de auto alleen maar voor promotie doeleinden was binnengebracht en na tien maanden moest worden teruggestuurd.
De openbare aanklager vroeg opheldering over zijn reeks van stichtingen en waar hij al zijn financiële middelen vandaan haalt. In een reactie daarop zei de verdachte dat elk van de stichtingen een ander doel heeft. Sommigen houden zich bezig met vastgoed. Hij ging nader in op een van de stichtingen die naar zijn zeggen sponsor was van regeringspartij VHP. Het bevreemdt hem dat de justitiële autoriteiten toen niet geïnteresseerd waren in de herkomst van zijn vermogen.
Nadat alle drie verdachten zijn gehoord, heeft de rechter de verdere behandeling van de zaak uitgesteld tot 28 juni aanstaande. Dan is het tijd voor het requisitoir en het pleidooi.