De meerderheid van de Staatsraad heeft maandag een staatsbesluit van de regering, waarin de verhoging van de energietarieven wordt geregeld, resoluut afgewezen.
Volgens informatie bestaat deze meerderheid uit de vakbeweging, het bedrijfsleven en de politieke partijen; NDP, BEP en de NPS. In gesprek met de STVS op 19 maart zegt C-47-hoofdbestuurslid Dayanand Dwarka dat hij ingenomen is met het besluit van de Staatsraad. “Ik kijk heel voldaan naar het besluit van de Staatsraad. De EBS-tarievencommissie is in oktober 2022 ingesteld door de regering. Wij hebben onze opdracht heel serieus genomen. We hebben heel fundamenteel de hele energiesector doorgelicht. De bevindingen zijn vervat in een lijvig rapport,” aldus Dwarka, die de gewezen voorzitter is van de EBS-tarievencommissie.
Hij merkt op dat de bevindingen van de commissie niet zijn meegenomen door de regering bij het bepalen van de nieuwe stroomtarieven en de manier waarop de uitfasering van objectsubsidie plaatsvindt. Dwarka is er tevreden mee dat steeds meer mensen en groeperingen overtuigd raken van het rapport van de commissie. Hij haast zich om aan te geven dat de EBS-tarievencommissie gratis “onomstotelijk” werk heeft verricht voor de Staat. Op een vraag over de bestuurlijke gevolgen van het besluit van de Staatsraad zegt Dwarka dat conform het staatsbestel van ons land de president is omkleed met alle macht van het land. “De Staatsraad is een adviserend orgaan naar de regering toe.” Hij geeft aan dat de president het besluit gewoon naast zich neer kan leggen.
“Zoveel maatschappelijke groeperingen schreeuwen dat dit niet goed is voor de samenleving. De samenleving kan dit op dit moment niet dragen vanwege de gehavende koopkracht als gevolg van de hoge inflatie van de afgelopen jaren.” Dwarka is van mening dat de regering het signaal serieus moet nemen en in overleg moet treden om de verhogingen niet door te drukken.
Vorig jaar concludeerde de commissie waar hij leiding aan gaf dat de Energie Bedrijven Suriname (EBS) te veel betaalt voor brandstof en elektriciteit die zij afnemen van Staatsolie en haar dochteronderneming, de Staatsolie Power Company Suriname (SPCS). De commissie benadrukte toen dat er geen noodzaak was om de huidige tarieven te verhogen, aangezien het tegendeel niet kon worden onderbouwd door Staatsolie en SPCS.