“Onze gezamenlijke bezorgdheid is hoe maak je dat fonds weerbaar tegen partijpolitieke invloeden. Hoe maak je dat fonds resistent en weerbaar, zodat niet de wetten naar gelang het mensen uitkomt worden aangepast.”stelt Sharda Ganga, directeur van Projekta, bij de afsluiting van de presentatie en discussie over het Spaar- en Stabilisatiefonds (SSF).
“Het fonds zal geen enkel probleem oplossen zolang er geen goed beleid is en je niet weet waar je naartoe gaat als land en dat is nog steeds niet duidelijk” zegt zij.
“Toen we de wet in 2012 schreven zag de wereld er anders uit. Suriname zag er ook anders uit. Niemand, behalve Staatsolie, sprak over olie en gas vinden in zee. Nu elf jaar verder is het een compleet andere omgeving. De uitdaging van dit soort fondsen is hoe de politiek ermee omgaat”, stelt Karel Eckhorst, voorzitter van het SSF.
Het is een wezenlijk deel van het voortbestaan van zo een fonds. Hij geeft aan dat er evaluatiemomenten zijn opgenomen in de wet. Om de vijf jaar komt de politiek bij kijken, omdat wijzigingen van de wet en het bestuur van het fonds allemaal plaatsvinden binnen het kader van de politiek, waarbij De Nationale Assemblee stemt. Dit zal tot nu toe, omdat er geen andere voorzieningen zijn getroffen, bij gewone meerderheid plaatsvinden.
Er is geopperd in de zaal dat dit misschien met 2/3 meerderheid moet, waardoor de politiek niet te veel invloed heeft. We moeten erover gaan nadenken. We zijn nu bezig met discussies met de International Depevelopment Bank, die ons helpt om de wet aan te passen en Staatsolie die heel vroeg aangegeven heeft mee te willen denken.
Eckhorst benadrukt dat er nu gestort moet worden in het fonds en dat dit al lang moest zijn gebeurd.” Er moeten besprekingen komen met het Ministerie van Financiën en Planning, de Centrale Bank van Suriname en de regering over hoe verder wordt gegaan met het fonds. De vraag is of er gewacht moet worden tot er wijzigingen worden gedaan en of dat dan het momentum is om te storten. Het besef dat dit moet komen is een belangrijke stap.
Er is volgens de SSF-voorzitter wel ‘willingness’ vanuit de regering, maar er moet een moment gecreëerd worden waarbij een maatschappelijke discussie wordt gevoerd over wat we willen met het fonds. Ook de informatie en bewustwording naar het publiek moet worden opgepakt. Het publiek moet weten dat er zoiets bestaat en dat het allemaal in zijn voordeel is.
Het volk moet duidelijk maken aan zijn leiders dat we niet in een situatie willen komen, net zoals andere landen, die enorm veel rijkdommen hebben en die op een gegeven ogenblik toch een heel armzalig volk hebben, omdat de inkomsten uit de rijkdommen, niet goed worden besteed. Het publiek zal moeten beseffen dat dit niet een ver van zijn bed show is. We praten over ‘oil and gas’ in euforie, maar het kan ook een nare keerzijde hebben als we niet de juiste dingen doen om die rijkdommen in een bepaalde richting te begeleiden die ten goede gaan komen aan iedereen en niet maar aan een kleine groep.
Investeren in duurzaamheid
Henk Ramnandanlal, ondervoorzitter van de PALU, geeft aan dat de grote discussie is wat men met het geld doet dat verdiend is uit de mijnbouw en dat gestopt wordt in het fonds. De crisis die Suriname heeft geraakt in de afgelopen jaren had allemaal de oorsprong in het buitenland en vervolgens gaan we ons eigen geld dat we verdienen in het buitenland investeren, terwijl het om spaar en stabilisatie gaat. “Als je spaart en niets doet met het geld is het dood kapitaal. Je moet dus gaan investeren zodanig dat je vooral die economie stabiliseert.”
Ramnandanlal stelt dat de argumenten die men op tafel legt zoals dat het meer geld voor de overheid genereert ook bereikt kan worden door te investeren in duurzame sectoren zoals toerisme, de agrarische sector en visserij. Het genereert ook geld en economische mogelijkheden voor generaties die na ons komen. Wanneer olie en goud straks op zijn, zal de economie instabiel worden en heb je geen andere keus dan om de duurzame sectoren in ontwikkeling te brengen.
Het fonds zal volgens Ramnandanlal zodanig opgezet moeten worden dat de duurzame sectoren tot ontwikkeling worden gebracht. Alle landen die als voorbeeld worden genoemd, zoals de Arabische Emiraten, Noorwegen, China en Chili hebben naast hun spaar- en stabilisatiefonds ook geïnvesteerd in hun nationale economie en nationaal ondernemerschap, omdat dat stabiliteit creëert in de economie. Als je geen gelden uit het fonds investeert in je eigen economie dan ga je op den duur toch in een instabiele situatie terechtkomen.
De PALU ondervoorzitter is ook voorstander van het opstarten van een nationale discussie over waar je met je land naartoe wil op lange termijn. Je kan je land volgens hem niet ontwikkelen met een kortetermijnvisie. Je moet weten waar je over 50 en 60 jaar wil zijn. Het gevaar dat wetten door regeringen worden gewijzigd voor partijpolitieke belangen is er als we niet met elkaar eens worden en elkaar niet willen verbinden aan een langetermijnvisie waar we met het land naartoe willen. De stappen hiertoe moeten nu reeds worden genomen.
Stabilisatie
Eckhorst ging tijdens zijn presentatie in op hoe het fonds ontstaan is en over de werking en het streven van zo een ‘Sovereign Wealth Fund’. Het SSF is opgericht om zorg te dragen voor een stuk stabilisatie van overheidsinkomsten in geval van volatiliteitsschommelingen in wereldmarktprijzen van de belangrijkste ‘commodities’ die door Suriname worden geëxporteerd zoals olie, goud, en gas, stelt Eckhorst. Dit soort spaarfondsen zijn bedoeld om reserves op te bouwen om onder andere economische schokken op te vangen (het ‘stabiliseren’), en nog inkomsten te hebben, lang nadat de exploitatie van die hulpbronnen is gestopt.
“Er wordt met het fonds ook gekeken naar toekomstige generaties, zodat ook die van de inkomsten kunnen genieten, wanneer die hulpbronnen er misschien niet meer zijn”. Hij geeft aan dat een fonds kan helpen met het duurzaam investeren van middelen uit de natuurlijke hulpbronnen. Het belangrijke van het fonds is volgens Eckhorst ook het beheersen van de conjunctuur in de overheidsbalans zodat er voorspelbaarder beleid kan worden gemaakt.
Het fonds wordt beheerd door meerdere onafhankelijke entiteiten. De samenstelling van het bestuur is overheid, bedrijfsleven en vakbond. Dat brengt balans in management van het fonds, misschien moeten er meer groepen bij, dat staat allemaal open voor discussie
De Wet Spaar- en Stabilisatiefonds Suriname werd in mei 2017 afgekondigd. In september 2019 werd die verder geoperationaliseerd middels het aanstellen van een bestuur. Vijf jaar na afkondiging van de wet is, zoals opgenomen in de wet, deze aan revisie toe.