Heel Suriname is in rep en roer over de houding van Guyana. Maar geen enkele Surinamer durft de President te vragen: Ja of Nee, heeft u 150 visvergunningen in augustus 2021 beloofd? Het stinkt inmiddels van alle kanten aan rotte – jaar oude – vis.
De situatie met Guyana ontbloot nu 2 dingen:
1. Het defect van de diplomatie en buitenlandstrategie van BIBIS
2. De buitenlanddroom van Santokhi is op een kaartenhuis en drijfzand gebouwd
Laat mij beide toelichten, maar eerst een analyse van wat er gebeurd is.
Het moet bekend zijn dat Santokhi in augustus 2021, 150 visvergunningen heeft beloofd aan Guyana, wat te lezen is in een joint communiqué d.d.19 augustus 2021:
“The Presidents discussed the issuance of SK fishing licences to Guyanese fisherfolk and agreed that both Ministers responsible would work towards the issuance of fishing licences in that category by January 1, 2022 keeping in mind the established quota on the Surinamese side.”
Daags daarna zijn de Guyanese kranten nog specifieker en geven aan dat het gaat om 150 vergunningen. Alles is op internet terug te vinden.
Het defect van de diplomatie en buitenlandstrategie van BIBIS
Een goede buitenlandstrategie zou dit soort berichten in de Guyanese kranten meteen moeten oppikken. En als Suriname vond dat Guyana dat verkeerd had begrepen, dan had BIBIS dit toen al via diplomatie in de kiem moeten smoren. Dit is toen niet gebeurd. Maanden later – eind 2021- informeren de Guyanese autoriteiten naar hun vergunningen en dan nog gaan er bij BIBIS en Santokhi geen lampje branden dat er kennelijk misverstanden zijn.
Maar was er sprake van een misverstand bij de Guyanezen? Kennelijk niet, dus Santokhi had wel degelijk die 150 vergunningen beloofd, kijk ook naar hun joint communiqué. En als dat niet zo was, dan blundert de Surinaamse zijde op het hoogste niveau in diplomatie, ze zijn niet in staat geweest om snel en adequaat misverstanden weg te nemen. De diplomatie en buitenlandstrategie zakken door het ijs bij de eerste en beste test.
De buitenlanddroom van Santokhi is op kaartenhuis en drijfzand gebouwd
Santokhi geeft heel hoog op hoe goed hij met het buitenland omgaat. Voor Guyana had hij zelfs een ‘kerstboom’ aan structuur opgetuigd met een ‘Strategic Dialogue and Cooperation Platform (SDCP)’ en met thematische ‘working groups’ onder ‘SDCP’. Als je hem hoort, dan denk je dat hij de samenwerking en communicatie tot in perfectie heeft geregeld. Bij de eerste en beste ijstest zakt alles door het ijs. Het is president Santokhi ondanks al die structuren niet gelukt om bij Irfan Ali een mogelijk misverstand weg te nemen. Santokhi heeft sinds augustus 2021 genoeg informele en formele momenten gehad om een mogelijke misperceptie bij Guyana weg te nemen. Dus de vraag is dan, was er een misperceptie bij Guyana? Kennelijk niet, kennelijk heeft Santokhi wel degelijk de 150 vergunningen beloofd.
De buitenland diplomatie en strategie van Ramdin en Santokhi en de hele Guyana hype die vanaf 2020 is gecreëerd, blijkt volledig als een kaartenhuis in te storten. De enige conclusie die je nu kan trekken, is dat Santokhi niet in staat is om zijn beloftes in te lossen, niet thuis in Suriname en niet bij zijn relaties in het buitenland. Vraag het aan de Guyanezen, vraag het ook aan de Israëliërs over de ambassade die in Jerusalem zou komen. En straks aan Biden en Blinken.
Santokhi is weer samen met Ramdin op stap geweest en heeft vast wel de Amerikanen mooie beloftes gedaan om Afghanen op te nemen. Ik hoop dat de Surinaamse media alle berichten hierover tijdig overnemen om te helpen voorkomen dat dit ook een issue wordt straks. Biden en Blinken zijn van een ander kaliber, daar wil je niet mee sollen toch?
Heel Suriname lijkt dus onterecht op Guyana boos te zijn. Onterecht, want Guyana zoekt alleen wat hen in augustus 2021 is beloofd, namelijk 150 visvergunningen die in januari 2022 afgegeven zou worden. Guyana heeft tot september 2022 netjes elke keer formeel navraag gedaan bij Suriname. In plaats dat Suriname de belofte nakomt of helderheid verschaft, gaat de President in april 2022 in DNA minuten – zo niet uren –erom heen draaien. Zie hier een deel van zijn onduidelijkheid. Hier praat hij over een overleg dat gaande is tussen beide landen en dat hij zich niet onder druk laat zetten.
Waarom heb je zoveel overleg nodig? Als je niets had beloofd, dan kan het heel simpel zijn. Dan bel je jouw counterpart in het kader van SDCP op en zeg je “beste Irfan, dit moet een misverstand zijn, want ik heb je toch nooit 150 visvergunningen beloofd?” En weg alle visstank. Maar kennelijk is het dus niet zo simpel voor hem. Santokhi ervaart het als onder druk gezet worden. Dit duidt wederom erop dat Suriname met die belofte in de maag zit. Suriname durft in het parlement geen kleur te bekennen.
Maar ook als er overleg nodig is – zoals Santokhi in het parlement aangaf – dan is het bizar dat zijn ministers sinds april 2022 in overleg zijn met de Guyanezen en 6 maanden later nog steeds geen resultaat hebben kunnen boeken. Let wel, het gaat om het simpel doorgeven dat Santokhi nooit 150 vergunningen heeft beloofd. Of toch wel beloofd en dat moet nu weggepoetst worden?
In de periode april tot en september 2022 heeft Santokhi zijn collega Ali minimaal vier keer op verschillende gelegenheden ontmoet. Hij had zelf in een tête-à-tête met hem alles kunnen bespreken, er was toch alle reden en noodzaak voor, want Santokhi ervaart het als onder druk gezet zijn. Het was serieus voor Santokhi, onder druk gezet worden door jouw buitenland partner en jouw Caricom-collega.
De Guyanese overheid heeft via hun Department of Public Informatie (DPI) op hun website in een chronologisch overzicht het proces samengevat. Zij doen het heel transparant. Wat doet Suriname? Gewoon eromheen draaien met vage verklaringen die meer vragen oproepen.
Toen Jagdeo afgelopen week Suriname openlijk beschuldigde van woordbreuk, toen waren Santokhi en Ramdin in USA waar ze op een paar momenten Irfan Ali hebben gezien. Het is Santokhi niet gelukt om Ali even apart te nemen in de sfeer van “hi Irfan, hi Chan” en de plooien weg te masseren?
De Guyanese viskwestie is wederom een herkenning en bevestiging voor Surinamers dat de beloftes niets waard zijn, want voor mei 2020 was hen veel beloofd. Nu ontdekken de buitenlanders wat de beloftes waard zijn.
Laten wij allen hopen dat Biden en Blinken straks niet zo boos worden als Jagdeo, want dan zijn de rapen pas echt gaar.
Hikmat Mahawat Khan