Revelino Eijk, secretaris van de Surinaamse Politiebond (SPB), meldde zich vandaag aan bij de afdeling Onderzoek Personeelszaken (OPZ) van de politieorganisatie. Eerder werd gesuggereerd dat hij was opgeroepen vanwege uitspraken tijdens de algemene vergadering van de collectieve vakbeweging op 8 november op het CLO-terrein.
Na het zakelijk verhoor, zoals Eijk het zelf beschreef, gaf hij in gesprek met journalisten aan dat men struikelde over het woord ‘gangster’ dat hij had gebruikt. “Er is ook aangegeven dat ik de openbare orde zou hebben verstoord op de kruising van de Gemenelandsweg op woensdag 8 november. Men heeft gezegd dat ik provocerend dan wel beledigend zou zijn geweest tegenover de overheid,” aldus de vakbondsman.
Geroutineerde vakbondsleider Ronald Hooghart, die samen met andere leiders uit de vakbeweging ter plekke aanwezig was om Eijk een hart onder de riem te steken, vroeg zich retorisch af of de president het volk niet provoceerde.
Eijk merkte op dat is benadrukt dat mensen die naweeën hebben van het gebeuren op 17 februari aanstoot hebben genomen aan zijn uitspraken. “Ik heb ze aangegeven dat het woord ‘gangster’ als beeldspraak is gebruikt.” De vakbondsman heeft meerdere malen in de media uitgelegd wat hij met zijn uitspraak bedoelde. “Ik heb ze ook aangegeven dat ik achteraf gezien misschien een andere beeldspraak had moeten gebruiken. Taal leeft; het was op geen enkel moment bedoeld om zaken van 17 februari of gangsterisme aan te wakkeren of aan te sporen.” Tijdens het verhoor is aan Eijk aangegeven dat de politievakbond dienstmiddelen zou hebben ingezet op 8 november. Volgens hem is dit resoluut niet waar. “Toen we op de kruising waren, waren er politiemensen in dienst aanwezig om de orde te handhaven.”
Eijk heeft juridisch onderbouwd aan de aanwezige media uitgelegd wat wordt verstaan onder het verstoren van de openbare orde. Hij gaf aan docent te zijn geweest op de politieacademie, waar hij een vak verzorgde over openbare orde. “Er kan geen sprake zijn van verstoring van de openbare orde. De politie was daar aanwezig en gaf instructies, begeleidde het verkeer. De politie heeft de mensen nooit aangegeven om de plek te verlaten. Wanneer men dingen zegt, moeten ze wel weten tegen wie zij die dingen zeggen.” De vakbondsman benadrukte dat hij tijdens het verhoor alles had weerlegd voor de functionarissen. “Ze hebben me verteld dat de opdracht van het bevoegd gezag kwam. Wij weten wat onder het bevoegd gezag wordt verstaan. Het politiehandvest is duidelijk.” Bronnen dicht bij de politieorganisatie geven aan dat de opdracht afkomstig is van de procureur-generaal. De leiders van de collectieve vakbeweging riepen de regering op om vakbondsrechten te waarborgen. “Wij mochten rancune nooit accepteren.”