De Commissie Monumentenzorg (CMZ) en een vertegenwoordiging van de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname (SGES) hebben zich op vrijdag 23 augustus 2024 georiënteerd in enkele monumentale panden in het district Commewijne.
Bij dit werkbezoek is de basis gelegd voor een nauwere samenwerking tussen de erfgoedfunctionarissen en de eigenaren en beheerders van de monumenten, met als doel een effectieve en duurzame aanpak ter behoud en bescherming van dit erfgoed voor toekomstige generaties. Het doel van het bezoek was het identificeren van eventuele restauratie- of conserveringsbehoeften en het beoordelen van de effectiviteit van de huidige behoudmaatregelen. Dit zal helpen bij het bepalen of er aanvullende of aangepaste strategieën nodig zijn om de monumenten van het district in goede staat te houden en hun historische waarde te beschermen. Onder andere Fort Nieuw-Amsterdam, plantage Mariënburg en plantage Peperpot werden aangedaan.
De voornaamste bevinding van de erfgoedfunctionarissen na het bezichtigen van de monumentale panden in het district is dat de monumenten in particulier bezit er beter onderhouden en verzorgd uitzien dan die van de overheid. Tijdens dit bezoek is gebleken dat particulieren investeren in onderhoud en zo het uiterlijk en de waarde van hun eigendom behouden, in tegenstelling tot overheidsmonumenten. Uit gesprekken met de eigenaren en beheerders is vastgesteld dat particulieren zich meer en direct betrokken en verantwoordelijk voelen voor het onderhoud van hun eigendom, terwijl bij de overheidsmonumenten een gebrek aan eigenaarschap lijkt te bestaan. Dit resulteert volgens de erfgoedfunctionarissen kennelijk in minder zorg en aandacht voor onderhoud.
Als goed voorbeeld kan plantage Peperpot worden genoemd, waar goed onderhouden monumentale panden zijn aangetroffen. De panden op deze plantage zijn omgevormd tot hotel, bed and breakfasts, zalen voor bruiloften en conferenties en vakantiehuizen die gasten een authentieke ervaring bieden. Voor de aantrekkelijkheid heeft de eigenaar een combinatie van historische charme en luxe voorzieningen toegepast, zonder daarbij te tornen aan de historische elementen van de gebouwen. Geconstateerd is dat vooral de historische en culturele waarde van de monumentale huizen, de koffiefabriek en de loods een extra dimensie toevoegt aan het verblijf, wat aantrekkelijk blijkt voor toeristen. Dit komt ook de lokale economie en werkgelegenheid ten goede. De erfgoedfunctionarissen zijn ervan overtuigd dat als de overige monumentale panden in Commewijne op min of meer dezelfde wijze worden beheerd, dit zeker kan bijdragen aan de duurzame bescherming van ons erfgoed, naast het bevorderen van toerisme in het district. Voor Fort Nieuw-Amsterdam en plantage Mariënburg zullen de CMZ en SGES zich meer dan ooit inzetten voor publiek-private partnerschappen in restauratie- en onderhoudsprojecten, evenals in het beheer en de exploitatie van de aldaar aangetroffen vervallen monumenten.
Voorafgaand aan de oriëntatie hebben de erfgoedfunctionarissen van gedachten gewisseld met de burgervader, Mohamedsafiek Radjab, over strategieën om het publiek bewust te maken van het belang van het behoud van de monumenten in het district. Partijen hebben afgesproken met elkaar in contact te blijven om samen activiteiten te ontplooien die de historische betekenis van de monumenten onder de aandacht brengen van de districtsbewoners. Bij deze gelegenheid werd een rapport aan hem gepresenteerd met daarin de bevindingen van een recent onderzoek naar de huidige staat van de ongeveer 300 monumenten in Suriname, waaronder de 12 monumenten in Commewijne.
De beschermde monumenten in Commewijne vormen een belangrijk onderdeel van het Surinaams erfgoed. De monumenten in het district herinneren ons aan de periode van plantages, slavernij en contractarbeid. Commewijne was een van de belangrijkste gebieden van de plantage-economie, waar suikerriet, koffie, cacao en andere gewassen werden verbouwd. De monumenten en historische plantages zijn overblijfselen van deze tijd en dienen als een tastbare herinnering aan de economische welvaart die gebaseerd was op het harde werk en de onderdrukking van tot slaaf gemaakten en contractarbeiders.
De missie die het werkbezoek bracht aan Commewijne bestond uit de volgende erfgoedfunctionarissen: Mandela Jap-A-Joe (voorzitter CMZ/architect), Pricilla Atma (CMZ/hoofd afdeling Woningbouw OW), Imro Smith (CMZ/beleidsadviseur Communicatie AWJ), Rianne Doelhasoeri (CMZ/beleidsmedewerker TCT), Philip Dikland (adviseur CMZ/architect), Rachel Deekman (directeur SGES) en Jennifer Scheuerman (SGES).