Na de recente aanval op Israël hebben de EU-landen besloten om extra sancties tegen Iran in te voeren. EU-buitenlandchef Josep Borrell maakte dit bekend na een vergadering van EU-ministers van Buitenlandse Zaken en Defensie in Luxemburg.
De Nederlandse demissionaire minister Bruins Slot van Buitenlandse Zaken verklaarde dat deze sancties zich op ballistische raketten richten en op de defensie-industrie die betrokken is bij de productie van deze raketten. De maatregelen verbieden mensen en bedrijven om materialen te leveren die Iran kunnen helpen bij het bouwen van raketten.
In de nacht van 13 op 14 april viel Iran Israël aan met honderden raketten en drones als vergelding voor een bombardement op het terrein van de Iraanse ambassade in Damascus, waarbij een hoge commandant van de Iraanse Revolutionaire Garde omkwam. Hoewel bijna alle Iraanse raketten en drones werden onderschept door Israël en bondgenoten, vindt de EU het belangrijk om met deze sancties een duidelijk signaal aan Iran af te geven.
De EU-ministers bespraken ook of de Iraanse Revolutionaire Garde moet worden gekwalificeerd als een terroristische organisatie, aangezien dit eliteleger verantwoordelijk wordt gehouden voor de aanval op Israël. Terwijl de Verenigde Staten de Garde in 2019 als terroristische organisatie bestempelden, heeft het Europees Parlement vorig jaar met een grote meerderheid een soortgelijk standpunt ingenomen.
Het besluit om de Garde op de Europese lijst van terroristische organisaties te plaatsen, vereist goedkeuring van de Europese Raad van ministers, die vandaag nog niet is gegeven. Een uitdaging hierbij is het vinden van de juiste juridische basis voor deze kwalificatie, zoals aangegeven door Bruins Slot. De Europese ministers hebben besloten dat de juridische dienst van de Europese Unie zal analyseren of er voldoende grond is om de Garde op de lijst te zetten.