Het ministerie van Economische Zaken, Ondernemerschap en Technologische Innovatie (EZOTI) worstelt nog steeds met het bedrijfsleven om de winstmarge van basisgoederen te verlagen van 25 procent naar 10-15 procent.
“Er worden gesprekken gehouden met de stakeholders, waarbij het ministerie heel veel weerstand ondervindt. Bepaalde importeurs geven zelfs aan dat zij zullen stoppen met importeren”, zei minister Rishma Kuldipsingh donderdag in het parlement.
De winstmarge voor groot- en kleinhandelaren is recentelijk per staatsbesluit aangepast. Er is voorgesteld om de winstmarge voor groothandelaren te brengen naar maximaal 10 procent voor de basisgoederen, terwijl voor de kleinhandelaren naar maximaal 15 procent voor de basisgoederen.
Er worden gesprekken gevoerd met het platform van importeurs van basisgoederen, vereniging van winkeliers, vereniging van apothekers, Bedrijf Geneesmiddelen Voorziening Suriname, vereniging van Surinaamse bedrijfsleven omtrent de aanpassing van de winstmarge. “Bijna allemaal zijn niet eens met het terugbrengen van de winstmarge, waardoor we continu in overleg moeten zijn met deze verenigingen om ze te overtuigen dat het gaat om de bescherming van het volk.”
De bewindsvrouw werd door de importeurs meegedeeld dat zij door de verlaging van de winstmarge een groot deel van de gemaakte kosten niet terug zullen kunnen verdienen. Er moet dan hierbij rekening gehouden worden met verschillende zaken.
Zij deelde verder mee dat de importeurs bij het vaststellen van prijzen geen oneigenlijke kosten, zoals: magazijnkosten, elektrakosten en andere kosten, moeten opnemen. “Dit gebeurt nu wel.” Controle is dan heel belangrijk. Het ministerie heeft wel geen invloed op de douanekoers, de stijging van wereldmarktprijzen, de vrachtkosten in het buitenland, haven- en opslagkosten. Deze zaken spelen wel een belangrijke rol bij het bepalen van de prijzen.
Zij maakte ook bekend dat de prijzen van basisgoederen elke twee weken gepubliceerd worden. “Wanneer de prijzen hoger zijn dan de gepubliceerde prijzen, moet er hiervan melding worden gedaan en de winkelier kan ook aangesproken worden door de klant.”