Surinaamse scheidsrechters zijn momenteel in opmars. FIFA-assistent referee Mijensa Rensch kreeg woensdag te horen dat zij de Concacaf regio zal mogen vertegenwoordigen op het vrouwen U-20 WK van 10 tot en met 28 augustus in Costa Rica. Dit nieuws komt in navolging van collega Zachari Zeegelaar’s uitverkiezing voor deelname aan het mannenwereldkampioenschap in Qatar later dit jaar.
Rensch is goed op weg mogelijk ook het vrouwenwereldkampioenschap volgend jaar in Australië en Nieuw Zeeland te halen. Het nieuws van Rensch en Zeegelaar de afgelopen dagen geeft hoop temidden van de huidige perikelen bij de Surinaamse Voetbal Bond.
“Het is voor mij een grote eer en ik heb er bijna geen woorden voor”, aldus een verbaasde Rensch. Voor haar kwam het nieuws als een totale verrassing. Terwijl zij zich aan het voorbereiden was om schoolwerk af te maken, kwam een telefoontje van Robert Obergh, head of referees bij de Surinaamse Voetbalbond. “Hij vroeg me of ik die mail van de FIFA had ontvangen. Toen zei ik, ‘nee ik heb niets gehad’.” Obergh gaf vervolgens het blije nieuws door. “Ik was even stil en moest bijkomen”, beschrijft Rensch het moment. “Ik had het niet verwacht, want ik rekende eerder op het U-17 WK in India eind dit jaar. Dit betekent heel veel voor mij.” De referee dacht meteen aan de moeilijke en lange weg die zij moest afleggen om haar droom waar te maken. “Het is mijn eerste keer dat ik naar een WK ga.”
Zelf meent de grensrechter dat zij eigenlijk haar droom al heeft verwezenlijkt (namelijk het behalen van het WK U-20 toernooi). “Maar wij zijn mensen en willen elke keer meer zolang wij een doel hebben gehaald dan komt er een ander.” De focus voor nu is het U-20 evenement. “Ik wil zo hoog mogelijk eindigen daarna komt het senioren WK voor vrouwen in 2023. Met de wil van de Heer kom ik wel daar”, bruist zij van geloof.
Deelname aan internationale toernooien is geen nieuw ding voor de grensrechter. Zij participeerde eerder als FIFA-assistent scheidsrechter in het U-17 kampioenschap in 2017. Dit evenement vond vanwege stakingen in Nicaragua uiteindelijk geen voortgang. Verder volgden het Concacaf vrouwenkampioenschap in 2018 en 2022. “Bij al deze drie toernooien ben ik in de finale beland”, zegt de Surinaamse trots. In 2020 deed zij ook mee met de Algarve Cup in Portugal. “Hier heb ik de derdeplaatswedstrijd gedaan.”
Wan ogri e tyari wan bun
Zelf was Rensch een verdomd goede voetbalster. Als international vertegenwoordigde zij Suriname zowel op senioren- als jeugdniveau (U-20, U-19 en U-17). “Ik wilde altijd topvoetbalster worden, maar het is me niet gelukt.” Volgens de referee is deze droom voor lokale sporters niet binnen handbereik. “Wij zijn nog niet daar.” Ze is echter blij met de huidige ontwikkeling met de komst van de diasporaspelers. “Ik ben blij dat wij nu wel de mogelijkheden hebben om daar te komen, maar toen waren wij nog niet daar.”
Rensch liep enige poos zelf stage bij Ajax in Nederland. Deze periode was voor haar een eyeopener. De vele obstakels maken het volgens haar bijna onmogelijk voor lokale speelsters om profvoetbal te spelen. “Ik had veel hulp nodig en die support had ik niet. Financieel was ik ook niet sterk om mijn droom te kunnen vervullen.”
Een bekend gezegde luidt: ‘wan ogri e tyari wan bun’. De 29-jarige Rensch putte motivatie uit bovenstaande teleurstelling. “Ik dacht toen bij mezelf ‘ik kan nog iets anders doen in de voetballerij’.” Interesse voor de spelregels opende vervolgens de de deur naar arbitrage. “Ik besloot dit te gaan beoefenen.” Het bleek een goede keuze voor de goedlachse Rensch, want zij wist zich al heel snel naar de top te werken. Binnen de kortste keren kwam zij door de bekende fitnesstesten.
“Ik heb het de eerste keer direct gehaald, maar toen kreeg ik te horen dat je 23 jaar oud moest zijn om op de FIFA-lijst te komen.” Ze was destijds 21 jaar en vertoonde een dusdanige werklust en verwezenlijkte haar verlangen FIFA-scheidsrechter te worden op haar 24ste. “Ik word eigenlijk laat jarig vandaar dat ik mijn FIFA-badge op mijn 23ste heb gehad”, legt zij uit.
Rensch benadrukt dat scheidsrechters niet zonder slag of stoot in aanmerking komen voor een FIFA-badge. “Het komt door hard trainen. Je moet elke jaar weer strijden om op de lijst te komen en elke jaar een fitnesstest afleggen om je badge te kunnen behouden.” Eenmaal in het bezit van het onderscheidingsteken ging de Surinaamse verder dromen. Staan op een WK-eindtoernooi en de Olympische Spelen.
Offers
De assistent-arbiter erkent dat er heel veel offers moeten worden gebracht. “Het is een beetje zwaar. Vooral als je werkt en naar school gaat.” Ze meent dat het voor vrouwen ook een enorme uitdaging is, “maar als je een doel wilt bereiken dan ga je ervoor.” Wekelijks traint zij vijf dagen in een week. “Sommige dagen twee keer, afhankelijk van mijn schema.”
De vrouwelijke scheidsrechter is echter vastberaden om haar doelen te bereiken. “Het kan niet anders, je gaat moeten strijden om een middenweg te vinden om toch te doen wat je moet doen. Los van fitness trainingen is het volgens haar ook van eminent belang dat zij goed presteert tijdens wedstrijden zowel lokaal als internationaal. Verder komen ook de technische aspecten van het juist toepassen van de spelregels bij kijken. “Elke wedstrijd is weer een andere wedstrijd. Dus je moet ready zijn.”
Zelf heeft zij nog geen kinderen, “maar ik heb wel een kinderwens.” Rensch heeft daarom veel respect voor collegae die kinderen hebben gebaard, waarvan enkelen sterker terugkomen. “Dat ze soms binnen één jaar weer op het veld zijn vind ik echt geweldig. Sommigen kiezen ervoor om beter voor hun gezin te gaan zorgen. Het is dus des persoons hoe sterk je bent en ieders lichaam is anders.”
Support
Naar zeggen van Rensch krijgt zij de volledige ondersteuning van familie. Haar voorbereiding om het vrouwen WK te kunnen halen begon al in 2020 “vanaf ik WK-kandidaat werd.” Volgens haar worden de genomineerden in een speciaal programma geplaatst waarbij de dagelijkse trainingssessies moeten worden opgestuurd. “Ze zien dan wat jij hebt gedaan.”
Met de opmars van het coronavirus ging het een beetje bergafwaarts. “De motivatie dropte, maar met hulp van mijn collega’s hebben wij elkaar kunnen motiveren om toch dagelijks te kunnen opstaan en te gaan trainen zonder eigenlijk te weten waar je eigenlijk naartoe gaat. In mijn hoofd was het zoiets van, ‘winsi san e kon, je moet gewoon ready zijn’.”