Op de begroting voor het dienstjaar 2022 van de regering wordt maar liefst SRD 3 miljoen bezuinigd op de uitgaven van de Kustwacht van Suriname. Het bedrag is teruggebracht van SRD 10 miljoen naar SRD 7 miljoen. “De kustwacht is de veiligheidsautoriteit op zee en het bedrag van 7 miljoen is bij lange na niet voldoende, maar we zullen er alles aan doen om met dit bedrag te werken en alle projecten uit te voeren”, zegt minister Bronto Somohardjo van Binnenlandse Zaken (Biza).
De minister zegt dat de Kustwacht van Suriname conform haar beleidsplan elk jaar diverse activiteiten en projecten op schema heeft om een inhaalslag te maken van haar zwaar vertraagde groei in de afgelopen negen jaar. “De kustwacht heeft een ruim bedrag nodig om de standaard operaties voort te zetten om zo de veiligheid op zee te waarborgen, alsook het terugbrengen van smokkel en illegale visserij.” De minister garandeert dat met dit bedrag zo efficiënt mogelijk zal worden gewerkt.
De bewindsman zegt verder tijdens de begrotingsbehandeling, dat de Public Sector Reform (PSR) twee weken geleden goedgekeurd is in de regeringsraad vergadering. “Dit plan is onder andere gericht op het bijscholen van ambtenaren, zodat zij buiten de overheid effectief kunnen worden ingezet in het bedrijfsleven of een eigen onderneming kunnen starten. Somohardjo geeft verder aan dat er ook verschillende activiteiten opgenomen zijn in dit plan ter stimulering van het verlaten van overheidsdiensten, waaronder vervroegde pensionering en vrijwillig uittreden van overheidsdiensten met financiële incentives. “PSR is een continu proces dat niet binnen een, twee of drie jaar kan worden uitgevoerd. Het is een dynamisch proces, dat gepaard gaat onder andere met het wijzigen van administratieve processen van de overheid.”
Volgens de minister zal de regering verantwoordelijkheid dragen dat alles goed verloopt. “In het PSR-project zal E-gov een belangrijke plaats innemen, want zonder automatisering zal het proces vertraagd oplopen.” De PSR is belangrijk, omdat volgens de minister in de periode van 2015 tot en met 2020 er bijkans 17.000 ambtenaren in dienst zijn genomen. “Er werden beschikkingen uitgedeeld, zonder dat mensen op de rol werden geplaatst. Deze regering heeft besloten om deze mensen, die niet op de juiste manier in dienst zijn genomen, toch op de rol de zetten.”
Somohardjo haalt ook aan dat alleen op het ministerie van Regionale Ontwikkeling en Sport 2000 mensen op de rol zijn gezet, die door de vorige regering in dienst werden genomen. Het ministerie van Openbare Werken heeft bijna 1000 mensen op de rol gezet, die door de vorige regering in dienst werden genomen. “Ik heb ook een groot aantal mensen op de rol gezet. Dankzij deze regering zijn deze mensen toch op de rol gezet.”