De wettelijke verplichting van het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) om over te gaan tot door hem uitgegeven of ingetrokken domeindgrond, wordt niet nageleefd. Minister Dinotha Vorswijk heeft vandaag voor aanvang van de vergadering van de Raad van Ministers, erkend dat zij zich hier schuldig aan maakt.
VHP-fractieleider Asiskumar Gajadien heeft de president vorige week gevraagd naar informatie over het gronduitgiftebeleid. Hij dreigde zelfs een rechtszaak tegen de Staat aanhangig te maken, indien GBB niet overgaat tot publicatie. Vorswijk noemt de opmerking van Gajadien terecht. Volgens haar is de eerste stap gezet toen er afgelopen maand gronden zijn uitgegeven in Commewijne. Van die heeft wel publicatie plaatsgevonden. Zij belooft zich meer in te spannen voor transparantie.
Over de publicatie van vrije domeingronden zegt Vorswijk dat het voor GBB een uitdaging is om deze te identificeren. Er zijn wel vrije domeingronden, maar burgers willen volgens de bewindsvrouw het liefst gronden in de randdistricten of in Paramaribo. Daarnaast is de bereikbaarheid van de gronden een probleem.
Vorswijk: “De meeste gronden die nu zijn uitgegeven zijn niet bereikbaar. De plekken zijn niet ontsloten. Dus ook al publiceren wij die, de mensen kunnen ze niet bereiken.” Daarmee tracht de minister goed te praten dat er geen publicatie van de vrije domeingronden heeft plaatsgevonden.
Van percelen die vanaf 2005 zijn uitgegeven, blijkt dat velen niet bereikbaar zijn. GBB en het Ministerie van Openbare Werken, werken daarom samen. Er wordt in kaart gebracht waar er wel of geen ontsluiting is; ruim 90% van alle gronden blijkt niet ontsloten te zijn.
De mogelijkheid wordt bekeken om wegen aan te leggen, zodat burgers de gronden kunnen bereiken. Er zijn door burgers die percelen in deze gebieden hebben reeds ontsluitingskosten betaald. Het bedrag is niet veel, vertelt de minister: SRD 100. Deze burgers kunnen niet meer belast worden, tenzij door zij een extra bijdrage geven om de projecten sneller te initiëren.