“De teleurstelling is heel groot. Wij waren echt gekomen om winnaar van dit toernooi te worden”, aldus Natio-coach Roberto Gödeken desgevraagd. Hij blikt terug op de deelname van de nationale mannenvoetbalselectie aan het ABCS-toernooi in Curaçao afgelopen week.
De missie begon donderdag met een overtuigende 4-1 zege op Bonaire, maar eindigde tegen het gastland in een grote teleurstelling. Suriname koesterde met nog enkele seconden in blessuretijd een 2-1 voorsprong toen een heel vreemd geval zich voordeed. De scheidsrechter gaf een strafschop aan Curaçao in de slotfase op aangeven van zijn assistent die een handsbal in het strafschopgebied van Suriname zou hebben geconstateerd. Deze beslissing had als gevolg dat de eilanders de eindscore in evenwicht trokken (2-2) om vervolgens na strafschoppen het kampioenschap te prolongeren.
“Jammer genoeg is het gebeurd in de laatste seconden, waarbij de arbiter een dubieuze penalty heeft toegewezen”, aldus een teleurgestelde Gödeken. Naar verluidt overwoog de technische staf een keeperswissel met het oog op een strafschoppenserie. Reserve doelman August Hok-Ahin is veel langer dan Kevin Pandooi. De lengte van Hok-Ahin zou mogelijk Suriname kunnen helpen. Er bestond echter geen mogelijkheid om deze handeling te plegen aangezien de scheidsrechter nadat Curaçao de gelijkmaker scoorde meteen voor het einde floot. Gödeken legt uit dat Pandooi in de lokale competitie vaak penalty’s heeft gestopt en dat de technische staf zich uiteindelijk daarin berustte. “Wij gingen dus met een goed gevoel naar die strafschoppenserie.”
Eigen schuld
Gödeken haast zich door te stellen dat de Natio internationals het zelf zo ver hebben laten komen. “Wij hebben genoeg mogelijkheden gehad om Curaçao in de reguliere speeltijd te verslaan.” De oefenmeester vindt om deze reden dat de eindbeslissing van de arbiter geen excuus moet zijn. “Als je op zo een manier een 2-1 voorsprong uit handen geeft dan doet het pijn daar je dicht bij het kampioenschap zat.”
Naar zeggen van de hoofdcoach waren de spelers erg teleurgesteld in de arbitrale leiding, “die soms verkeerde beslissingen nam. De spelers waren van mening dat zij hard hadden gewerkt om op zo een oneerlijke manier een doelpunt tegen te krijgen.” Gödeken benadrukt dat hij de groep op zulke situaties had voorbereid. “Wij hebben toch daarmee te maken gehad. Als je echter veel meer scoort dan een doelpunt verschil dien je de wedstrijd te winnen.”
Het nationaal team had vooral in de eerste helft een groot deel van het spel in handen. Gödeken meent dat gedurende deze periode moest worden toegeslagen. De eilanders verdedigden na rust iets hoger. “Wij probeerden snel de bal te brengen op de helft van de tegenstander om daar de tweede bal te winnen en ons spel te spelen.” De oefenmeester analyseert dat deze tactiek soms aardig lukte om in balbezit te komen, maar overhaast spel resulteerde in veelvuldig balverlies. Het was de bedoeling dat bij balbezit het spel getemporiseerd moest worden.” De hoofdcoach merkte echter op dat de Natio-spelers in de val van de tegenstander trapte “wat ons duur is komen te staan. Spelers zouden ietwat meer rust moeten behouden in de beslissende fase om tot doelpunten te komen.”
Er waren volgens de bondscoach voldoende leermomenten tijdens dit toernooi. Hij wijst echter op het feit dat het team uit enkele nieuwe spelers bestond. Desondanks zag de oefenmeester voldoende kansen voor Suriname om het toernooi te winnen.