Na de meeting met de CEO van Total Patrick Pouyanne op 13 september 2023, verklaarde president Santokhi dat degene die de ontwikkelingen nog niet zien, een bril moeten aanschaffen. Volgens de directeur van Staatsolie zal Suriname nooit meer arm zijn als ze het geld uit de verdienste van Blok 58 goed besteden. De VSB en anderen verklaarden dat Suriname nu haar huis werk moet maken hoe zij het geld gaat besteden. Politici spraken over een spaar- en stabilisatiefonds en zelfs een check voor alle baby’s.
Het vooruitzicht van de olieproductie voor Suriname
Tot nu toe zijn er slechts 700 miljoen vaten winbare olie getraceerd door Total/APA. Bij een productie van 200.000 vaten per dag heeft de operatie een levensduur van 9 jaren. Waarbij de productie in de laatste twee jaren minder en/of duurder zal zijn. Tot het moment dat er olie wordt opgepompt is niets zeker, omdat de klimaatvergadering van de VN, Cop 28 in Dubai in november/december 2023, nog veel kan veranderen op de internationale oliemarkt. De Cop 28 landen willen de carbonuitstoot in 2030 met 43% verminderd zien. Wat betekent dat er minder aardolie geconsumeerd moet worden tegen die tijd. Bovendien kan tussen nu en de komende 5,5 jaren ook heel veel in de geopolitiek veranderen dat de aardolieproductie en de markt ernstig kan beïnvloeden. De prijs zou door de enorme aanbod weer beneden 30 USD per vat (pv) kunnen dalen.
In een verklaring zegt Total dat ze binnen drie jaren (2028-2031) haar investeringen, 9 miljard, gaat (lees wil) terugverdienen bij een prijs van USD 60,- per vat (pv). Als de investering van Staatsolie (20%) ook daartoe hoort is niet gezegd. Volgens Total zou de technische kostprijs (dat zijn lonen, hulpmateriaal, onderdelen etc.) USD 20 pv bedragen. Terwijl de afschrijving USD 41 pv zal zijn in de eerste drie jaren. Wat Total niet opgeeft, is de USD 2 pv die ze moet betalen aan APA en er geen assurantie tegen Oil Spill is gesloten. Oil Spills kunnen, inclusief Suriname, 14 landen schade toebrengen. En daarvoor zal Suriname verantwoordelijk zijn. In dit kader kan verwezen worden naar de overstroming veroorzaakt door het spuien van water uit de Afobakadam te Brokopondo. Daar verklaarde Staatsolie dat het een natuurramp was en dat het een zorg van de overheid was. In Guyana, waar slechts 12 landen schade zouden kunnen lijden door een Oil Spill, moest EXXON een assurantie van USD 2 miljard overleggen om haar exploitatierechten te behouden.
100 miljoen bonus en 1,4 miljard voor APA, waar blijft het deel van Staatsolie
Op 24 juni 2015 sluit Staatsolie N.V. een productiedeling contract met Apache Corporation voor exploratie, ontwikkeling en productie van het offshore Blok 58. Staatsolie participeert voor 20% in de operatie. De overeenkomst geldt voor 30 jaren en is opgedeeld in een exploratie, ontwikkelings- en productieperiode. Er is een minimaal werkprogramma overeengekomen voor de exploratie periode waarin onder meer geologisch onderzoek, seismische datavergaring en exploratieboringen zullen worden verricht. Hoelang die periode gaat duren werd net vermeld.
Alle kosten daarvan zijn voor rekening van Apache en Staatsolie betaald haar deel van die kosten pas terug als Apache een commerciële olie ontdekking heeft gedaan en die in productie heeft gebracht. Apache heeft op 22 december 2019 na goedkeuring van Staatsolie een overeenkomst getekend met Total inhoudende dat; APA 50% van het project, Blok 58, overdraagt aan Total en dat APA 50% van alle gemaakte kosten terugbetaald krijgt door Total. Dus ook dat deel (van 20%) dat APA te goed heeft bij Staatsolie. De operatie in Blok 58 wordt na de derde boring aan Total overgedragen. Verder betaalt Total: USD 100 miljoen bonus aan APA voor het tekenen van de overeenkomst, financiert APA voor 4,2 miljard voor de kosten in de productiefase en nog 25% voor eventuele meer kosten. En tenslotte betaald Total USD 2 aan APA (USD 1,4 miljard voor 700.000 vaten) voor elke geproduceerde vat voor gemaakte kosten.
De overeenkomst tussen APA en Total was alleen mogelijk met een verklaring van geen bezwaar van Staatsolie. Hoe kon het dat Staatsolie buiten de overeenkomst met Total werd gehouden door APA? De overeenkomst in 2015 was toch 80% voor APA en 20% voor Staatsolie? Hoe heeft Staatsolie niets uit de deal gehaald als eigenaar van de olie en 20% deelnemer in de ontwikkelingsfase?
De 20% aandelen kosten Staatsolie niet USD 1,8 maar USD 2,7 miljard
Volgens Staatsolie moet zij USD 1,8 miljard opbrengen voor de 20% aandelen. Als de rente van 7% wordt aangehouden welke Staatsolie nu betaalt, komt er ruw nog USD 100 miljoen per jaar erbij. Als ze de aflossing in 9 jaren gaat doen, betekent dat een uiteindelijke investering van USD 2,7 miljard en daarmee een aflossing van USD 300 miljoen per jaar. Op internet is niet zo lang terug door APA de afhandeling van de belastingen met Suriname geplaatst (zie foto 1). Een eenvoudige burger zou er niet wijs uit worden. Hoe gaat Staatsolie de aflossing van USD 300 miljoen per jaar betalen in de eerste drie jaren als alle inkomsten naar Total/APA gaan? Ook bij een verkoopprijs van USD 75 pv (volgens de prognose van Staatsolie zelf) haalt zij die USD 300 miljoen niet. En moet ze meer dan USD 30 miljoen bijleggen om haar verplichtingen na te komen.
Slecht zicht of voortzetting corruptie met multinationals
Het feit dat Total alle inkomsten van de eerste drie jaren uit Blok 58 opeist om haar investeringen veilig te stellen, geeft aan hoeveel vertrouwen zij in de negenjarige operatie van Blok 58 heeft en de grilligheid van oliesector. (Zie grafiek 1) Waarom heeft de staat niet tenminste haar royalty’s veiliggesteld? Suriname gaat de eerste drie jaren geen cent zien, maar zal wel verantwoordelijk zijn voor alle schade van oil Spills van APA/Total, die inclusief Suriname, 14 landen kunnen treffen. Heeft Suriname nog een betere deal dan Guyana? APA/Total hebben alle financiële zakken op het net geplaatst. En die komen niet overeen met wat de samenleving worden voorgehouden. Waarom houden de regering en Staatsolie het contract met APA/Total nog buiten het zicht van de samenleving? Wat wil zij nog verbergen? De samenleving is in het verleden zeker in twee gevallen bedrogen. In de gevallen van IamGold en Newmont werden de kostprijs per troy-once goud, plotseling 300% hoger bij de productiefase. Terwijl de investeringen door hun veel minder waren dan ze hadden gemeld. Tot heden wordt er geweigerd om met hen te heronderhandelen. En wordt het afgedaan met “de regering wil betrouwbaar blijven bij de buitenlandse investeerders”. Terwijl dezelfde regering geen geld heeft voor de gezondheidszorg en onderwijs en die ophangt aan donaties en leningen.
Kenneth Sukul