“Bij internationale conferenties is gebleken dat de formele goudimporten van die landen vanuit Suriname meestal vele malen hoger zijn dan dat er hier aangegeven wordt”, zei DNA-lid Asiskumar Gajadien dinsdag in het parlement.
Gajadien zei dat bij de export het goudgehalte bepaald moet worden door Kaloti Suriname Mint House. Op basis daarvan vinden de exporten plaats. Als het goudgehalte en de hoeveelheid duidelijk zijn, dan pas vinden de exporten plaats. Er vinden ook andere exporten plaats, bijvoorbeeld via de Centrale Bank van Suriname, waarbij de bepalingen niet plaats vinden via Kaloti Suriname Mint House. “Bij beide gevallen, of de exporten via Kaloti of CBvS plaatsvinden, zijn er tekortkomingen en we moeten daar aan werken.”
Volgens hem is één van de tekortkomingen dat als een partij aangeeft dat er een bepaalde hoeveel aan goud is geëxporteerd, de overheid dit gewoon aanneemt. “Alleen in Suriname gebeurt zo. Ik wil dat dit aangepakt wordt.” Gajadien haalde aan dat bij elke export er voldaan moet worden aan de gestelde eisen. Hij zei dat er voor de export aan voorlopige betalingen voldaan moet worden, zoals het betalen van consentrechten, royalty’s en andere verplichtingen.
Als er nadien precies bepaald is hoeveel er is geëxporteerd, dan moet er aan de hand van de geëxporteerde hoeveelheid goud de juiste betalingen gedaan worden. “Er moet aangegeven worden hoeveel kilo is geëxporteerd, welke vervoersmiddelen zijn gebruikt en er moet van de plek, waar er geëxporteerd is, een certificaat komen hoeveel er geëxporteerd is.”
Gajadien zei vervolgens dat de tools ingezet moeten worden voor de controle. “We kunnen niet afhankelijk zijn van een partij, die aangeeft hoeveel goud we exporteren en van welk gehalte. Deze zaken moeten onmiddellijk per beschikking aangepast worden. De verdiencapaciteit van het land zal dan toenemen. Het land verliest momenteel veel inkomsten”, aldus Gajadien.