In het noordoosten van Colombia heeft een gewelddadige aanval van de ELN-guerrillagroep op rivaliserende strijders en onschuldige burgers geleid tot meer dan tachtig doden binnen drie dagen.
De aanval vond plaats in het departement Norte de Santander, een regio die al lange tijd wordt getroffen door gewelddadige conflicten. Het geweld heeft een ernstige humanitaire crisis veroorzaakt, met duizenden mensen die gedwongen werden hun huizen te verlaten en op de vlucht te slaan.
De gouverneur van het departement, William Villamizar, beschreef de situatie als “alarmerend” en benadrukte de verwoestende impact op de lokale gemeenschap. Zowel strijders van de betrokken groeperingen als burgers behoren tot de slachtoffers van de gewelddadige confrontaties. Het is een weerspiegeling van de voortdurende instabiliteit in het gebied, ondanks het vredesakkoord dat in 2017 werd bereikt met de FARC-guerrillagroep. Hoewel de FARC officieel ontwapende als onderdeel van dit akkoord, blijven er gewapende confrontaties plaatsvinden tussen verschillende gewapende groepen, waaronder ex-FARC-strijders, leden van de ELN, rechtse paramilitairen en drugskartels.
De oorzaken van de conflicten zijn complex en draaien vaak om de controle over kostbare hulpbronnen en smokkelroutes, die van groot strategisch belang zijn voor de betrokken groeperingen. In de afgelopen dagen hebben ELN-strijders bijvoorbeeld hevige gevechten geleverd met leden van de Gulf Clan, het grootste drugskartel van Colombia, wat de spanning in de regio verder heeft doen oplopen.
De Colombiaanse overheid heeft gereageerd door meer dan 5000 soldaten naar het gebied te sturen om de veiligheid te herstellen en de humanitaire situatie te stabiliseren. Desondanks blijft de situatie gespannen, en zowel burgers als strijders blijven het slachtoffer van de aanhoudende gevechten. Het conflict in deze regio lijkt geen snel einde in zicht te hebben, ondanks de pogingen van de overheid en andere betrokkenen om een duurzame vrede te bewerkstelligen.