“Het was zwaar en forcerend, maar een ervaring”, zo typeert Dimitri Madamsir zijn deelname aan de Grand Prix Cycliste de l’Ouest in Frans-Guyana. De 19-jarige talentvolle wielrenner deed afgelopen weekeinde (23 en 24 september) met landgenoten Kenrick Sahadeo, Jorryn Simson, Xavi Wadilie en Jaïr Nortan mee aan dit evenement.
Madamsir sloot het evenement als beste Surinaamse wielrijder af door binnen de top 15 te eindigen. Naar zijn zeggen had hij deze uitslag verwacht, “omdat ik ongeveer drie weken geleden een trainingskamp had in Frans-Guyana.” Volgens Madamsir trainde hij keihard en lag de focus op “eten, trainen en slapen. Ik wist dus precies waar zij zouden aanvallen.”
Hij had als doelstelling bij elke etappe deel uit te maken van de kopgroep “of te finishen met een kopgroep, want dat had ik wel gemist bij de vorige ontmoeting.” Het is bekend dat het niveau van de Franse wielrenners hoger ligt.
Achteraf bekeken vindt Madamsir dat hij in de eerste etappe slimmer had moeten rijden door energie te besparen. “Ik was 2e in de groep en kon met hen meerijden tot 100 km.” De laatste 20 km werd hij losgereden. Madamsir paste de opgedane kennis goed toe bij de 2e etappe “waar ik met de 3e groep was. Wij pakten de 2e groep ruim 3 km vóór de finish, waardoor ik nog kon sprinten door mijn energie te besparen en wat slimmer te rijden.”
Op aanwijzing van de selectiecoach begreep Madamsir dat hij na de eerste etappe een achterstand van 37 seconden had op de nummer 3 in de U-23 klasse. “Hij adviseerde mij dat ik wat tijd kon inhalen bij de tijdrit en de 2e etappe als ik met de toppers mee ga. Ik heb dat alles meegenomen en toegepast.” De jongeling won ook advies in bij zijn vrienden van Frans-Guyana gedurende de race “bijvoorbeeld wat er gaat gebeuren als er een groep wegrijdt.” Dit alles wierp de nodige vruchten af, want Madamsir wist als 3e in de U-23 klasse te eindigen en won daarmee een prijs.
Madamsir legt uit dat hij bij de eerste etappe overall als 32e eindigde “en in U-23 als 10e.” Hij herstelde zich later goed om eerder genoemd resultaat binnen te halen. Overall vond hij zijn optreden niet slecht. “Natuurlijk kan het beter, maar ik ben meer dan tevreden.” Zijn doelstelling was een podiumplek te behalen en dat is hem gelukt. “Ik kon de eerste of de tweede plaats behalen als ik in de eerste etappe slimmer had gereden”, jammert hij.
De Surinos Cycling Team-wielrijder benadrukt dat de lokale wielrenners “er sowieso harder tegenaan moeten gaan.” Hij denkt hierbij aan meer wedstrijden in het buitenland, “zodat wij ons niveau constant omhoog kunnen trekken.” Zijn ultieme droom is ooit profwielrenner te worden en aan de start van de Tour de France verschijnen.
Debutant laat goede indruk achter
Nortan deed voor de eerste keer mee aan een internationaal evenement in Frans-Guyana. De opkomende wielrenner deed namelijk eerder mee aan de Inter Guyanese Spelen, maar de ontmoeting afgelopen weekeind was een andere ‘ball game’. “Ik vond het heel leuk en ben tevreden met mijn optreden, omdat ik heel veel heb kunnen leren”, zegt hij trots.
Volgens de 16-jarige wielrijder, uitkomende voor team De Arend, heeft deze race blootgelegd waar hij staat en de weg die bewandeld moet worden om zijn doel te bereiken. De tiener heeft als doelstelling wedstrijden in Suriname te domineren “en professional te worden.” Hij gelooft dat het realiseren van zijn droom mogelijk is door veel tijd in training te stoppen en om “aan meer wedstrijden lokaal als internationaal deel te nemen om ervaring op te doen.”
Nortan had bij zijn deelname aan de ontmoeting in Frans-Guyana niet veel verwachtingen. “Ik ben heel tevreden dat ik mijn uiterste heb kunnen presteren.” Naar zeggen van de jongeling werd voor hem duidelijk dat hij meer training nodig heeft en meer ervaringen moet opdoen. Het eerste aantal deelnemende wielrenners was ook opmerkelijk. Veel meer dan wat hij in Suriname gewend is. “Het was heel goed georganiseerd en ze rijden aanvallender.”
Gedurende de ontmoeting betaalde Nortan duur lesgeld. Op gegeven moment kwam hij voor een uitdaging te staan en werd het voor hem duidelijk: “ik had veel meer moeten drinken, eten en meer energie moeten besparen.” Gelukkig kon hij de ontmoeting uitrijden. Overall vond hij het optreden van de Surinaamse wielrenners redelijk. “Wij weten allemaal dat Suriname financieel niet zo stabiel is en dat er geen geld is om meerdere wedstrijden te organiseren.” Ook het interesseren van meer mensen voor de wielersport ziet hij als een uitdaging.
SWU tevreden
“Ik mag niet ontevreden zijn met hun performance”, zegt Earl van Wilgen. De voorzitter van de Surinaamse Wielren Unie (SWU) was ingenomen met het feit dat alle lokale wielrenners de etappes hebben uitgereden. “Hun optreden was redelijk. Ze hebben geprobeerd en zaten zelfs in de kopgroepen.” De SWU-topman benadrukt echter dat het wel beter kan, “maar dit is een goede basis om verder te gaan.”
Totaal namen 39 wielrenners uit het gastland en Suriname deel aan deze ontmoeting. Voor Frans-Guyanese begrippen was dit een klein aantal. Volgens van Wilgen schieten de Surinaamse wielrijders tekort in de wedstrijden. Hij wijst verder op de kwantiteit “namelijk hoe meer jeugdigen gaan fietsen hoe sneller het niveau zal klimmen”, aldus de voorman.
De bestuurder neemt voor wat het laatste betreft Nortan als voorbeeld. “Hij heeft het voor zijn eerste keer prima gedaan en hij zat zelfs twee keer tijdens het heuvelachtige gedeelte bij de 2e etappe in de kopgroep.” Van Wilgen prees Madamsir voor zijn sterke optreden als beste Surinamer met als resultaat een prijs in de U-23 klasse. Het bestuurslid haalde ook de 4e plek van Visser tijdens een middagetappe (tijdrit) aan als een van de positieve resultaten.
Volgens SWU-voorman was deze trip een test voor de jongens “om te zien waar ze staan.” Het bestuurslid denkt dat het parcours tijdens de aanstaande Caribische kampioenschappen in Guadeloupe (14-15 oktober) min of meer hetzelfde zal zijn als in Frans-Guyana. Voor dit regionale evenement zijn Simson, Sahadeo en Madamsir uitgekozen om Suriname te vertegenwoordigen.
Het wegwerken van de achterstand van de Surinaamse wielrenners hangt af van beschikbare financiële middelen. Naar zeggen van de SWU-topman loopt het niet zo soepel met het binnenhalen van fondsen, “maar wij blijven proberen.” Er is naar verluidt een beroep bij de regering gedaan op het sportprojectenfonds. “Wij hopen dat wij eruit komen.”
De Surinaamse delegatie vertrok vrijdagmiddag naar het buurland. Zaterdag werd de eerste etappe verreden over een afstand van 115 km, gevolgd door een tijdrit van 7 km in de middag, de tweede etappe zondag ging over een afstand van 112 km. Het vijftal werd door de Surinaamse Wielren Unie (SWU) op uitnodiging van haar Franse bondgenoot afgevaardigd. Wilfred Visser nam op eigen kosten deel.