Het Hof van Justitie heeft voormalig minister van Financiën Gillmore Hoefdraad niet-ontvankelijk verklaard in zijn civiele procedure tegen de Staat, De Nationale Assemblee (DNA) en het Openbaar Ministerie. Daarmee blijft de in-staat-van-beschuldigingstelling door DNA juridisch overeind.
In een uitspraak van de kamer van vijf rechters oordeelde het Hof dat DNA op correcte wijze heeft gehandeld bij het in-staat-van-beschuldigen van Hoefdraad. Die stap is volgens het Hof een noodzakelijke voorwaarde voor strafvervolging door het Openbaar Ministerie.
Hoefdraad probeerde via de civiele rechter te laten vaststellen dat zijn vervolging onrechtmatig is. Zijn verdediging stelde dat het parlement in de zittingsperiode 2015–2020 reeds zou hebben besloten hem niet te vervolgen, en dat herziening alleen kan bij nieuwe feiten. Volgens het Hof is die redenering niet doorslaggevend voor de rechtmatigheid van de latere beslissing van DNA in 2020–2025.
Hof: DNA handelde correct
Het Hof verwierp de kern van het civiele betoog: het parlement was wél bevoegd en de gevolgde procedure voldoet aan de wettelijke voorwaarden. Daarmee is de weg voor strafvervolging niet via het civiel recht te blokkeren.
Interpol-argument niet bepalend
De verdediging, namens Hoefdraad gevoerd door advocaat Murwin Dubois, wees ook op een Interpol-beslissing waarbij Hoefdraad van de internationale opsporingslijst werd geschrapt op basis van vermoedens van politieke motieven. Die overweging weegt in deze civiele beoordeling niet op tegen de vaststelling dat DNA procedureel juist heeft gehandeld.
Gevolgen voor hoger beroep
De uitspraak heeft directe consequenties voor de voortgang van de strafzaak in hoger beroep. Hoefdraad—sinds juli 2020 voortvluchtig—werd eerder bij verstek veroordeeld, samen met onder meer ex-CBvS-governor Robert van Trikt, juridisch directeur Faranaaz Hausil, zakenpartner Ashween Angnoe en voormalig SPSB-directeur Ginmardo Kromosoeto. Alle veroordeelden gingen in beroep; de civiele beslissing neemt een belangrijk verweer weg.