De kantonrechter wil een eind brengen aan de kortgedingen die om de drie maanden tussen de vakbondsleiders Ronald Hooghart en Michael Miskin worden afgewerkt.
De twee vakbondsmensen strijden al langer dan twee jaar om het voorzitterschap van de Centrale van Landsdienaren Organisatie (CLO). De rechter heeft ook een dwangsom van 100.000 opgeworpen. Advocaat Nailah van Dijk vertelt dat CLO-voorzitter Hooghart in het gelijk is gesteld door de kantonrechter. Hij is dus nog voorzitter van de organisatie.
Miskin mag zich niet meer als voorzitter gedragen. Er zijn voldoende gronden aangedragen om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van de verkiezingen waarbij Miskin is aangedragen als leider van de CLO. “Er is voldoende aannemelijk gemaakt dat er twijfels bestaan, dus het is nodig dat partijen dit in bodemprocedure dieper laten uitzoeken.” Het kortgeding is volgens de rechtsgeleerde niet de plek om een dieperliggend onderzoek te laten plaatsvinden.
Van Dijk stelt dat de rechter heeft opgedragen dat vanwege de vele twijfels die er zijn Miskin verboden is om zich als voorzitter aan te dragen of er wordt een dwangsom opgelegd. In 2021 heeft Miskin beslag laten leggen op bezittingen van de CLO. Dit heeft volgens de advocaat consequenties waarmee Miskin nu gaat moeten dealen. Als de rechter na het onderzoek tot de conclusie komt dat Miskin geen voorzitter kan zijn en de gehouden verkiezingen helemaal niet rechtsgeldig zijn, zijn er ook voor deze zaken consequenties merkt ze op.
De advocaat legt uit dat vanwege het feit dat Miskin een verbod opgelegd heeft gekregen zich als voorzitter te mogen gedragen de persoon die geen verbod heeft dit wel mag. In dit geval is dat Hooghart. De bodemrechter zal dan moeten uitzoeken wat er verder zal moeten gebeuren. Hierom moeten beide partijen binnenkort voor deze rechter verschijnen. Dat is bepaald binnen het recentelijk uitgesproken vonnis.
Dit wil zeggen dat partijen binnen vier maanden voor het gerecht moeten verschijnen. De bodemzaak wordt volgende week al aangedragen meent Van Dijk. “Dan hopen wij snel een datum te krijgen. De bedoeling is dat voor dat gedeelte de rechtsonzekerheid wat betreft de geldige voorzitter het onderzoek gedaan word.”
De verdediging heeft weinig aan de uitspraken van Miskin dat hij genoeg rechtsmiddelen heeft om de zaak te winnen en te stellen dat hij voorzitter is. “In het vonnis die wij hebben is het helder aangegeven dat hij zich niet als voorzitter mag gedragen. Als hij daarover oneens is, mag hij natuurlijk in hoger beroep. Dat is een rechtsmiddel dat hij heeft.” Van Dijk zegt dat hij alles mag doen welke binnen de perken van wet en recht vallen.