Met haar “Bigi Bombarie Verkoopactie” van basisgoederen op haar partijcentrum door de grootste coalitiepartij, de Vooruitstrevend Hervormings Partij (VHP), wordt de economie van het land geleidelijk aan geërodeerd tot een uien en aardappeleconomie. Hoewel deze actie zal voorzien in de behoeften van vele Surinamers, geeft de oranje-partij hiermee aan dat zij niet in staat is het hoofd te bieden aan de ongecontroleerde prijsstijgingen.
Aan de andere kant is coalitiegenoot, de Algemene Bevrijdings en Ontwikkelingspartij (ABOP), op dezelfde toer bezig met het verschil dat die partij van mening is dat aan armen niet mag worden verkocht, maar de goederen gratis moeten worden verstrekt. De Hervorming en Vernieuwingsbeweging (HVB) is zich ervan bewust dat de oorlogssituatie en andere externe factoren zonder meer hun effect hebben op onze importeconomie.
Middels creatief en constructief overleg met alle stakeholders is het mogelijk dat in ieder geval voor basisgoederen een redelijke prijs tot stand komt. Waar dat voor individuen en huishoudens nog onbetaalbaar wordt, zal op basis van subjectsubsidie de staat tegemoet komen. De grootste regeringspartij demonstreert met deze boenkopoe serie dat de regering vooralsnog niet in staat is het prijzenfront te reguleren en dat, maar wordt overgelaten aan politieke partijen en hun sponsoren. De vraag is hoe lang deze acties zullen voortduren.
De HVB is van oordeel dat de regering na bijkans 2 jaar niet in staat is gebleken de betaalbaarheid van basisgoederen te garanderen, zoals vastgesteld in het Herstelplan 2020-2022 en bovendien niet eens bij machte is het controleapparaat van het ministerie van Economische Zaken adequaat uit te rusten voor degelijke controle. Met de boenkopoe series en de voorgenomen landelijke birtiewinkries geeft zij zichzelf een brevet van ongeschiktheid, vermeld de Communicatie Unit HVB.