“We hebben een toezegging van de IDB voor USD 250.000 om alle voorbereidingen te treffen die nodig zijn voor de biomassa studie.” Dat zei minister Prahlad Sewdien van Landbouw, Veeteelt en Visserij woensdag tijdens de persconferentie van de regering.
Directeur Udo Karg van SUVVEB, een van de grootste visverwerkingsbedrijven in Suriname, zei eerder op een bijeenkomst dat uit de cijfers van het Viskeuringsinstituut een gestage afname van visvangst te zien is. Of dit komt door lege visgronden kan niet met zekerheid worden gezegd. In verband hier mee roept de sector op voor het uitvoeren van een biomassa studie.
De laatste biomassa studie die in Suriname is gedaan dateert volgens Karg uit het einde van de jaren zeventig, hoog tijd dus om voor de visserijsector een nieuwe studie te doen. Volgens hem verdient de overheid jaarlijks aan de visserijsector alleen al USD 1 miljoen voor het verlengen of verstrekken van vergunningen. “Waarom kunnen deze middelen niet aangewend worden voor het uitvoeren van een biomassa studie?”, merkte Karg op.
Sewdien zei verder op de persconferentie dat dit onderzoek zeker een paar jaren zal duren, want de levenscycli van alle garnaaltjes en vissen zullen onderzocht moeten worden. “Dus voor de voorbereiding hebben we het geld al.” Maar dit onderzoek zal meer dan dat kosten, daarom zijn er ook gesprekken gevoerd met de leiding van de Anton de Kom Universiteit, want het onderzoek moet verder dan gedaan worden door dit instituut. De minister benadrukte dat de laatste biomassa studie al ruim 40 jaar geleden gedaan is. “Heel wat zaken zijn nu veranderd en de studie is noodzakelijk.”
De bewindsman haalde verder een voorbeeld aan van de vangst van grote garnalen die de laatste tijd drastisch achteruit is gegaan. Dit komt door overbevissing en doordat de vangst van de habitat van deze garnalen al beschadigd is. “Nu zie je wel een langzaam herstel, maar het zal nog wat tijd kosten.” Daarom heeft het ministerie een visserijmanagementplan getekend met de vissers, zodat het herstel niet verstoord wordt. Er staat onder andere in het plan hoeveel vergunningen maximaal per categorie uitgegeven zullen worden en hoe de controle plaats zal vinden op de vangsten.
De afdeling Statistiek en Onderzoek van het ministerie houdt de vangsten dagelijks bij waarvan een analyse plaatsvindt. Op basis van de analyses wordt elk jaar het beleid voor de visserij uitgestippeld.