De recente ontwikkelingen rond de rol van de First Gentleman, Glenn Geerlings, vragen om duidelijke en principiële stellingname. Als lid van De Nationale Assemblée en vertegenwoordiger van de VHP voel ik de verantwoordelijkheid om dit debat openlijk te voeren.
Op 17 juli 2025 sprak President Jennifer Geerlings-Simons in alle helderheid: haar echtgenoot zou geen enkele officiële positie bekleden. Dat was een duidelijke belofte aan het volk en een vorm van waarborging van integriteit. Toch lezen wij nu, nauwelijks twee maanden later, dat de First Gentleman in Georgetown (Guyana) gesprekken heeft gevoerd met de minister van Landbouw over bilaterale samenwerking, agro-processing en aquacultuur. Zowel Guyanese als Surinaamse media berichten daarover in officiële bewoordingen.
Dit roept onvermijdelijk de vraag op: in welke hoedanigheid trad Glenn Geerlings daar op? Niet als privépersoon, want de onderwerpen en de diplomatieke setting behoren onmiskenbaar tot het domein van de regering van Suriname. Tegelijkertijd kent de Surinaamse Grondwet géén enkele bevoegdheid toe aan de partner van de president. Alleen de President en ministers mogen het beleid voeren en zijn daarover verantwoording verschuldigd aan De Nationale Assemblée.
Het gaat hier dus niet om een privébezoek, maar om feitelijk optreden zonder mandaat, zonder grondwettelijke basis, en zonder verantwoording. Dat is gevaarlijk voor de democratische rechtsstaat. Wie beleid maakt of onderhandelt namens Suriname, moet altijd aanspreekbaar en controleerbaar zijn. Dat is de essentie van ministeriële verantwoordelijkheid en een fundament van onze parlementaire democratie.
Wij moeten voorkomen dat ons land afglijdt naar een systeem waarin privérelaties bepalend zijn voor beleid, zonder checks and balances. Dit heeft niets te maken met personen, maar alles met beginselen. Het gaat niet om Glenn Geerlings als individu, maar om de vraag of wij accepteren dat iemand zonder ambt, zonder mandaat en zonder verantwoordelijkheid, beleidsmatig optreedt namens de staat.
Ik roep de President daarom op om de gemaakte belofte aan het Surinaamse volk na te komen en duidelijk, transparant en eerlijk te handelen opdat slechts ambtsdragers met een grondwettelijke verantwoordelijkheid namens de staat mogen handelen. Indien nodig moet dit in heldere richtlijnen worden vastgelegd, desnoods ook na goedkeuring van de Nationale Assemblée, zodat dergelijke situaties goed getoetst worden tegen bestaande wetten alsook in de toekomst voorkomen. Alleen zo behouden wij het vertrouwen van de samenleving en versterken wij onze democratie. De casus-Geerlings is geen incident dat we kunnen negeren. Het is een waarschuwingssignaal dat we serieus moeten nemen.
Dr. Ameerani Jarbandhan
DNA-lid VHP