De oppositie in De Nationale Assemblée heeft met aandacht en ernst de jaarrede van de regering Jenny Simons-Rusland gevolgd. Zowel in het parlement als in de samenleving waren de verwachtingen hooggespannen. De bevolking hoopte op een toespraak die richting zou geven, vertrouwen zou bieden en concrete oplossingen zou presenteren voor de grote uitdagingen van ons land.
Helaas moeten wij constateren dat deze verwachtingen opnieuw niet zijn waargemaakt. De jaarrede was niet inspirerend, bood geen nieuwe perspectieven en heeft de samenleving opnieuw teleurgesteld. De regering heeft ervoor gekozen om het oude beleid van NDP-regeringen te herhalen, zonder wezenlijke vernieuwingen of diepgaande analyses.
De nadruk lag op de continuering van enkele reeds bekende lijnen, zoals:
Het subsidiebeleid; het opvoeren van veiligheid; het verhogen van overheidsinkomsten; het voortzetten van onderwijsbeleid en het beleid ten aanzien van internationale instellingen als het IMF, de IDB en de Caribbean Development Bank.
Hoewel deze thema’s belangrijk zijn, zijn ze te algemeen en oppervlakkig gepresenteerd. Wat ontbreekt, is de broodnodige diepgang en concrete uitwerking. De samenleving had juist behoefte aan duidelijkheid over de weg vooruit in een tijd van economische onzekerheid en sociale spanningen.
Wat wij missen
De oppositie had gerekend op een heldere visie en uitgewerkte plannen op ten minste de volgende cruciale terreinen:
Er is geen enkel beleid gepresenteerd omtrent de broodnodige grondconversie. Het volk wacht al jaren op een eerlijk, transparant en toekomstgericht grondbeleid.
Royalty’s Voor Iedereen(RVI): inkomsten uit natuurlijke rijkdommen dienen ten goede te komen aan de gehele samenleving, maar hierover bleef de jaarrede opmerkelijk stil.
Aflossing van leningen: de enorme schuldenlast die tussen 2010 en 2020 is opgebouwd, vraagt om een duidelijke strategie voor afbetaling en schuldverlichting. Het uitblijven hiervan baart grote zorgen.
Economische diversificatie: de jaarrede bevatte geen concreet beleid om onze economie minder afhankelijk te maken van de mijnbouwsector. Sectoren als landbouw, toerisme, industrie en technologie verdienen structurele investeringen.
Niet-mijnbouw sectoren: juist in de huidige tijd, waarin goud- en olieprijzen wisselvallig zijn, is het van belang te investeren in alternatieven. Over landbouw, natte infrastructuur, energie, goud, olie en klimaatverandering werd zonder woord gerept.
Daarnaast is de begrotingsdiscipline ver te zoeken, de begrotingsdiscipline is in gevaar. Leden van de coalitie hebben reeds een initiatiefwet ingediend om de Wet op de Staatsschuld te wijzigen. Dat een dergelijk ingrijpend voorstel niet eens in de jaarrede werd aangekondigd, is op zijn minst opmerkelijk en in feite onaanvaardbaar.
Het toont aan dat de regering haar eigen begrotingsregels niet respecteert en de samenleving bewust onvolledig informeert. De vrees is groot dat hierdoor opnieuw een cultuur van verspilling en financieel wanbeheer zal ontstaan.
Geen inspiratie, geen perspectief
De essentie van een jaarrede is dat het land perspectief wordt geboden: een koers, een visie, een bron van hoop. Deze jaarrede heeft dat nagelaten. Noch het parlement, noch de samenleving is bemoedigd of geïnspireerd. De boodschap van “wo kenki a systeem”, die ooit bedoeld was om vertrouwen te wekken, blijkt leeg en betekenisloos te zijn geworden.
Conclusie
De oppositie concludeert dat de jaarrede niet hoopgevend is. Het volk van Suriname verdient beter dan herhaling van oude beleidsvoornemens zonder concrete uitvoering. Wij zullen daarom in het parlement blijven aandringen op transparantie, begrotingsdiscipline, en een daadkrachtig beleid dat gericht is op structurele hervormingen, economische diversificatie en eerlijk delen van de nationale rijkdom.
De samenleving heeft recht op een regering die luistert, die rekenschap aflegt en die een beleid voert dat daadwerkelijk bijdraagt aan een rechtvaardige en duurzame toekomst.