De inheemse gemeenschappen van Apoera, Washabo en Section, gesteund door de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (VIDS), hebben de Staat Suriname voor de rechter gedaagd.
Ze stellen dat de regering zonder hun instemming economische mijnbouwrechten heeft toegekend aan het Chinese mijnbouwbedrijf Chinalco. De rechtszaak omvat zowel een bodemprocedure als een kort geding.
De kwestie draait om de concessie voor bauxietwinning in West-Suriname, waarbij de regering zonder consultatie met de betrokken gemeenschappen een Memorandum of Understanding (MoU) en een conceptmineralenovereenkomst heeft gesloten met Chinalco. Volgens de inheemse organisaties is de verplichte Free, Prior and Informed Consent (FPIC)-procedure niet gevolgd, waardoor hun rechten zijn geschonden.
Twee jaar zonder inspraak
De onderhandelingen tussen de regering en Chinalco over het mijnbouwproject liepen al meer dan twee jaar, maar de betrokken inheemse dorpen werden daar nooit officieel bij betrokken. Pas op **25 november 2024** werd via de media bekend dat er een akkoord was bereikt. Vier dagen later, op **29 november**, werd de overeenkomst door de regering ter goedkeuring aangeboden aan De Nationale Assemblée (DNA).
Op 13 december 2024 sommeerde VIDS, met juridische bijstand van advocaten Murwin Dubois, Pamela Karg en Milton Castelen, de Staat om het besluit in te trekken. De procureur-generaal gaf op 3 januari 2025 aan dat de aanmaning was doorgestuurd naar de regering, maar verdere actie bleef uit.
VIDS schakelde vervolgens de DNA-voorzitter en fractieleiders in, met het verzoek de Chinalco-documenten te retourneren aan de regering. Hierop bleef lange tijd een reactie uit, waarna een delegatie op **8 januari 2025** werd ontvangen door de leiding van DNA. De parlementsvoorzitter gaf toen aan dat DNA nog geen machtigingswet van de regering had ontvangen, en dat de kwestie dus niet op de agenda kon worden geplaatst.
Regering negeert bezwaren
Ondanks diverse pogingen om de FPIC-omissie recht te zetten, ging de regering door met haar plannen. Op 23 januari 2025 diende de regering de ontwerpwet en de conceptmineralenovereenkomst alsnog in bij DNA. Het parlement nam de documenten in behandeling, ondanks de aanhoudende protesten van VIDS en de inheemse dorpen.
Na herhaald overleg besloten VIDS en de gemeenschappen van Apoera, Washabo en Section op 25 februari 2025 een rechtszaak aan te spannen tegen de Staat. In de bodemprocedure eisen zij dat het besluit tot verlening van mijnbouwrechten aan Chinalco wordt ingetrokken, met een dwangsom van SRD 10.000 per dag vanaf 25 november 2024 totdat dit gebeurt.
Daarnaast vragen de eisers in kort geding om de behandeling van de Chinalco-overeenkomst in DNA op te schorten, totdat de rechter heeft geoordeeld over de rechtmatigheid van het regeringsbesluit.
De inheemse gemeenschappen hopen via de rechter alsnog erkenning te krijgen voor hun rechten en dat de regering wordt verplicht om de FPIC-vereisten in acht te nemen.