“Voor vele Inheemsen is wat 2 mei is gebeurd te Pikin Saron een ‘eyeopener’ geweest, maar we zijn niet tevreden met hoe de regering met de situatie omgaat”, dat zegt Audrey Christiaan, Inheemse activiste die woensdag 2 augustus samen met de nabestaanden en andere Inheemse organisaties een petitie hebben ingediend bij de voorzitter van de Nationale Assemblee.
Op 2 mei 2023 heeft een uitbarsting plaatsgevonden te Pikin Saron. Een groep Inheemsen heeft verzet getoond en hebben een aantal houttrucks in brand gestoken. De strijd die door hen wordt gevoerd heeft te maken met het feit dat de grondenrechten van de Inheemsen na zoveel jaren nog steeds niet is erkend door de regering. “Het is precies drie maanden geleden dat Inheemsen in het Pikin Saron gebied door frustraties en wanhoop gedwongen waren zich te verzetten tegen de uitgiftes van hout en goud concessies”, staat er geschreven in de petitie.
Vele Inheemsen zijn van mening dat het uitblijven van de erkenning van de grondenrechten hebben geleid tot de uitspatting te Pikin Saron. “Want den boy feti gi’ unu leti” wordt gezegd door de Inheemse gemeenschappen. Hiermee verwijzen zij naar de dood van twee Inheemse mannen, Ivanildo DIjksteel en Marinus Wolfjager, die worden gezien als strijders. De nabestaanden van Dijksteel en Wolfjager zijn van mening dat de mannen zouden zijn vermoord door de aanwezige autoriteiten en praten zelfs van mensenrechtenschending. De nabestaanden hebben een grondig en onafhankelijk onderzoek geëist vanuit de regering. Echter heeft de regering de vraag naar een pathologisch forensisch onderzoek niet kunnen honoreren. Er werd toen via het Openbaar Ministerie aangegeven dat Suriname, niet over deze expertise beschikt.
Kort na wat zich heeft voorgedaan te Pikin Saron heeft de regering gezeten met de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname en heeft toen afspraken gemaakt met de verschillende dorpshoofden. Echter, het nakomen van de gemaakte afspraken liepen naar zeggen van enkele dorpshoofden heel erg moeizaam. Dit naar grote ontevredenheid van de Inheemse dorpen. Ook hoe de regering is omgegaan met het onderzoek van de dood van de twee inheemsen is naar grote ontevredenheid.
“Wij, de families van de slachtoffers, inheemsen en bezorgde burgers, van Suriname constateren dat, door het niet uitvoeren van het Kalina en Lokono vonnis door de regering er twee doden zijn gevallen. De regering heeft de Inheemsen niet beschermd, maar er wel voor zorgen dat andere groepen met politie en militaire bescherming wel rustig door kunnen gaan met de activiteiten die geleid hebben tot de uitbarsting van 2 mei”, leest Christiaan de petitie voor.
Met het indienen van de petitie hopen de familie en Inheemse organisaties dat vanuit de Nationale Assemblee weer eens aandacht geschonken kan worden en dat het onderzoek goed en onafhankelijk verloopt. “Het is jammer dat ik dit moet zeggen, maar velen hebben geen of weinig geloof in het Openbaar Ministerie en de rechterlijke macht. Maar we blijven toch hoopvol dat er vanuit DNA, aandacht hieraan wordt geschonken”, zegt Christiaan.
De DNA-voorzitter, Marinus Bee, heeft de petitie in ontvangst genomen. Hij heeft aangegeven dat in zijn functie als voorzitter van de Nationale Assemblee hij aan zal werken en dit bespreekbaar zal maken bij zijn parlement.