In tien wedstrijden op Qatar 2022 is op Dag 3, 23 november 2022, al de tweede megaschok gevallen. Zoals dat dinsdag gebeurde met Argentinië tegen Saoedi-Arabië, kwam Japan terug van een 0-1 achterstand tegen Duitsland, om met 2-1 te winnen.
Deze prestatie is meer dan slechts drie punten waard. Japanners zijn jaren al, technisch, minimaal even goed als de beste Europese en Zuid-Amerikaanse voetballers. Maar de Japanners stonden ook bekend om hun pure benadering van voetbal: het moet technisch goed, maar vooral netjes en volgens de regels gebeuren. Dat lijkt nu te zijn veranderd. Het had bij rust al 0-3 of 0-4 kunnen zijn, zoveel kansen creëerde het op dat moment uiterst dominante Duitsland.
Maar zij scoorden slechts één keer, via Ilkay Gundogan, uit een strafschop. Na de rust kwam een herboren Japan het veld op en na enkele wissels konden de vertegenwoordigers van Azië het initiatief wegkapen bij de vijfvoudige wereldkampioen. Er werden duels uitgevochten met de Duitsers en er werd vooral passie getoond.
Mogelijk was de pijnlijke uitschakeling in 2018, in de achtste finale, tegen België – Japan stond met 2-0 voor, maar verloor in de laatste seconden met 3-2 – het uiteindelijke zetje dat nodig was om volwassen te worden en venijn en lef te tonen. Dat zij het tegen Duitsland konden, nadat die zoveel beter was in de eerste helft, spreekt boekdelen.
De eeuwige, nederige puristen hebben zich eindelijk aangemeld bij de grote jongens. Geen buigingen meer wanneer ze van het veld stappen, zoals de vrouwen nog doen. En, met de eerste drie punten op zak, hebben de Japanners nu reeds serieus uitzicht op een plaats in de achtste finale.