Groene econoom en milieu-activist, John Goedschalk, is een petitie gestart tegen de voorgenomen overeenkomst tussen de regering van Suriname en bauxietgigant Chinalco.
De deal zou de mijnbouw in het Bakhuysgebied in West-Suriname mogelijk maken, waarbij maar liefst 280.000 hectaren – vijftien keer de grootte van Paramaribo – zouden worden vrijgemaakt voor bauxietwinning. Goedschalk uit forse kritiek op de plannen en roept de gemeenschap op de petitie te tekenen.
Volgens Goedschalk in gesprek met ABC Suriname, worden zowel nationale als internationale wetten geschonden door deze overeenkomst. Hij benadrukt dat Suriname in 2007 instemde met de ‘Declaration on The Rights of Indigenous People’, waarmee het land zich verplichtte om het principe van Free, Prior and Informed Consent (FPIC) toe te passen. Dit principe vereist dat lokale gemeenschappen vooraf geïnformeerd worden en toestemming geven voor projecten die hun leefgebied beïnvloeden.
Hoewel president Santokhi erkent dat er nog geen directe gesprekken met de betrokken gemeenschappen zijn gevoerd, is slechts contact opgenomen met de districtscommissaris van het gebied. Goedschalk wijst erop dat de Milieuraamwet van Suriname het FPIC-principe wettelijk verankert.
De geplande mijnbouw zou grote gevolgen hebben voor ongeveer 5000 bewoners in vier dorpen in het gebied, waarvan twee direct binnen de mijnbouwzone vallen. In de conceptovereenkomst is vastgelegd dat deze gemeenschappen, indien nodig, zullen worden verhuisd op kosten van de staat. Voor gronden die niet tot staatseigendom behoren, is compensatie voorzien door Chinalco.
Goedschalk betwist echter de status van het gebied als domeingrond en stelt dat delen ervan door inheemse gemeenschappen worden geclaimd als traditioneel leefgebied. Dit maakt de verhuizing juridisch en sociaal zeer complex.
Goedschalk stelt ook vraagtekens bij de economische voordelen van de deal. Hij berekende dat Suriname jaarlijks slechts $18 tot $30 miljoen aan inkomsten kan verwachten uit de bauxietwinning, op basis van een prijs van $3 per ton. Deze bedragen vallen in het niet bij de verwachte inkomsten uit olieproductie, die vanaf 2028 naar schatting $1,5 miljard per jaar zullen opleveren.
Volgens Goedschalk zou Suriname met een deel van de olie-inkomsten zelf een duurzame bauxietindustrie kunnen opzetten, waarbij waardetoevoeging lokaal plaatsvindt in plaats van het grondstof-verkoopmodel dat nu wordt voorgesteld.
Hoewel het parlement formeel het laatste woord heeft over de overeenkomst, vreest Goedschalk dat de regeringscoalitie de deal zonder veel tegenstand zal goedkeuren vanwege haar parlementaire meerderheid. Hij doet een dringende oproep aan president Santokhi om zijn ambtseed na te leven en het grondgebied en de soevereiniteit van Suriname te beschermen.
Via zijn petitie vraagt Goedschalk de gemeenschap: “Stop de grootschalige uitverkoop van Surinaams grondgebied aan China!” Hij hoopt hiermee voldoende publieke druk te genereren om de regering te dwingen de plannen te heroverwegen.