De kantonrechter heeft een jongeman (O.L.) veroordeeld tot een celstraf van 1 jaar, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, voor het stelen van € 250. Gaat hij de komende 2 jaar weer in de fout, dan zal hij de voorwaardelijke maanden ook moeten uitzitten. Het geld behoorde toe aan een tehuis waar hij onderdak had gekregen.
De rechter oordeelde vorige week dat er geen bewijs is dat hij ook verantwoordelijk is voor de zoekgeraakte inhoud van een geldtrommel. O.L. bekende bij de politie en op de zitting het geld te hebben gestolen uit een tas die in een voertuig lag. Nadat hij de € 250 in SRD had gewisseld, kocht hij daaruit een racefiets. Hij hield de rest als schoolgeld.
Na zijn aanhouding heeft de politie SRD 2600 bij hem in beslag genomen. Volgens zijn verklaring bestond dat geld deels uit wat hij had overgehouden uit het gestolen geld. De rechter vroeg hem waar zijn verantwoordelijkheidsgevoel was gebleven. Hij kon niet verklaren waarom hij het geld, dat bedoeld was voor het onderhoud van het tehuis, alleen voor zich had gebruikt.
Het Openbaar Minister (OM) slaagde er niet in het wettig en overtuigend bewijs te leveren voor de diefstal van een onbekend bedrag uit een geldtrommel. De geldtrommel was in een kast opgeborgen in een slaapkamer. Een getuige vertelde aan de politie dat in de periode van enkele dagen waarin het geld is weggenomen alleen de verdachte in de kamer is geweest.
Degene kon niet met stelligheid zeggen dat O.L. in de kast waar de trommel lag, is geweest. De beklaagde ontkende deze diefstal. Behalve hem verblijven nog 2 jongemannen in het tehuis. De rechter heeft meegewogen dat de deuren van de kamer en de kast niet op slot waren. Mede op grond daarvan werd de diefstal door hem niet bewezen geacht.
Het vonnis voor de diefstal van de € 250 is hetzelfde als de strafeis voor beide gevallen.