Orlando ‘Kapalani’ W. wordt verweten als ‘celbaas’ op gangster-achtige wijze een ingesloten ondernemer te hebben gedwongen SRD 5000 te betalen voor een bed in de cel.
Hij wordt ook beschuldigd van een poging om hem US 1000 af te persen. Het slachtoffer getuigde woensdag over zijn ervaringen met de gewelddadige artiest. Kapalani, die ook terechtstaat voor meerdere geweldsdelicten en illegaal vuurwapenbezit, ontkent de beschuldigingen.
De getuige werd door de politie thuis opgehaald omdat hij zijn dagvaarding had genegeerd. Hij gaf aan bang te zijn voor wraakacties vanuit het netwerk van Kapalani en weigerde daarom met hem geconfronteerd te worden. Zelfs nadat de verdachte uit de zaal was gehaald, waarna de getuige werd binnengeleid, bleef hij zichtbaar nerveus. Hij verklaarde dat zijn veiligheid niet gegarandeerd was en vroeg de rechter te volstaan met de inhoud van zijn aangifte.
De verdediging van Kapalani had echter behoefte aan details daaruit en bleef erbij dat de getuige antwoord moest geven op vragen. De man vertelde op de zitting dat hij in augustus vorig jaar was ingesloten en gedurende een etmaal een cel heeft gedeeld met de artiest. Wat hij daarbij meemaakte, blijft hem nog achtervolgen.
“Bij binnenkomst in het cellenhuis die ochtend werd ik opgevangen door Kapalani. Hij zei dat ik in Cel 1 zou verblijven”, verklaarde de getuige. De artiest stelde hem direct voor een moeilijke keuze: slapen op een bed kostte SRD 5000, terwijl slapen op de vloer gratis was maar zonder enige garantie op veiligheid. Het slachtoffer koos voor het bed. Kapalani gaf hem vervolgens een mobieltje waarmee hij iemand buiten kon bellen om het geld over te maken via Suribet Top-Up. De man belde een medewerker, die aan het verzoek voldeed. Het tegoed werd in twee tranches van elk SRD 2500 overgezet naar een Suribet-account op Kapalani’s toestel in de cel.
Diezelfde avond werd de getuige wakker met een scherp voorwerp tegen zijn keel. Buru, de baas van een andere cel, dreigde zijn keel door te snijden als hij niet US 2000 zou betalen. Kapalani kwam tussen beide en onderhandelde met Buru. Tijdens een videogesprek tussen Buru met een derde partij werd bevestigd dat het slachtoffer inderdaad ‘de juiste persoon’ was. Uiteindelijk wist Kapalani na onderhandeling met Buru het bedrag te reduceren naar US 1000. Het slachtoffer moest opnieuw zijn medewerker bellen om het geld aan een zekere ‘Bin Laden’ aan de Hogestraat te overhandigen. De medewerker schakelde echter de politie in, die een onderzoek startte en instructies gaf om het bedrag niet af te geven. De volgende ochtend werd het slachtoffer overgebracht naar een andere locatie.
De advocaat van Kapalani, Derick Veira, trok de geloofwaardigheid van de getuige in twijfel. Hij benadrukte dat de politie zeker drie keer per dag cel-controles uitvoert en stelde dat de getuige voldoende gelegenheid had om de autoriteiten te informeren over de vermeende bedreigingen en afpersing. Hierop antwoordde de getuige dat dit gemakkelijker gezegd dan gedaan is. “Het is een ander verhaal wanneer je de nacht moet doorbrengen in een cel met circa dertig man. Bovendien weet je niet welke agent te vertrouwen is. Wie zou mijn veiligheid garanderen nadat ik een agent zou vertellen wat er speelde?”, zei hij.
Twee andere getuigen kwamen woensdag niet opdagen. De politie kon hen niet vinden op hun opgegeven adressen. De rechter heeft de aanklager gevraagd meer inspanningen te plegen om deze getuigen, evenals een derde getuige, op de volgende zitting aanwezig te krijgen. De verdere behandeling van de zaak vindt volgende maand plaats.
De advocaat diende ook een verzoek in om Kapalani voorlopig in vrijheid te stellen. Het Openbaar Ministerie maakte bezwaar en de rechter wees het verzoek af.