Monsigneur Karel Choennie heeft in zijn kerstpreek op eerste kerstdag de Surinaamse samenleving opgeroepen vast te houden aan hoop, vernieuwing en verzoening. Kerstmis herinnert eraan dat “het licht in de duisternis schijnt” en dat Suriname, ondanks een beladen verleden en actuele uitdagingen, keer op keer de kracht heeft getoond om op te staan en opnieuw te beginnen.
Tijdens de viering stond de geestelijke stil bij het bijna afgesloten jubeljaar, waarin het thema hoop centraal stond. Hij benadrukte dat het Surinaamse volk veerkrachtig is en, gedreven door geloof en hoop, telkens weer tegenslagen overwint. De geboorte van Jezus – zoals de geboorte van ieder kind – ziet hij als een teken dat er altijd een nieuw begin mogelijk is.
Choennie verwees nadrukkelijk naar het slavernijverleden en de periode van contractarbeid als diepe wonden in het Surinaamse hart. Veel voorouders kwamen onder dwang of valse voorwendsels naar Suriname; hun lijden én hun hoop mogen volgens hem nooit worden vergeten. Tegelijkertijd riep hij op om niet in bitterheid te blijven hangen, maar te kiezen voor liefde en verzoening. Ook herinnerde hij aan de koloniale periode, waarin het Surinaamse bewustzijn werd verdrongen door westerse invloeden, maar waarin ook werd gestreden voor erkenning en rechtvaardigheid.
In dat kader haalde hij het 8-decemberstrafproces aan als voorbeeld dat waarheid en recht cruciaal zijn voor een gezonde samenleving. Littekens uit het verleden kunnen niet worden uitgewist, zei hij, maar met Gods genade kunnen ze helen en bronnen van kracht worden in plaats van verdeeldheid.
De bisschop stond verder stil bij belangrijke historische mijlpalen, waaronder de onafhankelijkheid in 1975. Die gebeurtenis omschreef hij als een nieuw begin: een kans om het land in eigen handen op te bouwen. Tegelijk wees hij op perioden waarin de democratische rechtsstaat zwaar onder druk stond en Suriname moreel en financieel “bankroet” raakte. Toch bleef, aldus Choennie, de hoop levend en bleef de samenleving zoeken naar een rechtvaardiger koers.
Een belangrijk teken van verandering noemde hij de verkiezing van de eerste vrouwelijke president van Suriname. Dit moment ziet hij als een bemoediging voor jonge meisjes en vrouwen, en als symbool van nieuwe perspectieven in het bestuur van het land. Hij sprak de wens uit dat haar leiderschap zal bijdragen aan een rechtvaardiger samenleving en het doorbreken van oude grenzen.
Ook het bezoek van het Nederlandse koningspaar dit jaar kwam in de preek aan de orde. Volgens Choennie kan dit worden gezien als een gebaar van erkenning en als uitnodiging om het gedeelde verleden onder ogen te zien en samen vooruit te kijken. Hij koppelde dit aan de oproep tot nationale eenheid, dialoog en verzoening in een land dat gekenmerkt wordt door diversiteit aan culturen, tradities en geloven.
Met het oog op de toekomst ging de bisschop in op de verwachtingen rond de olie- en gasinkomsten die vanaf 2028 worden voorzien. De mogelijke rijkdom biedt volgens hem kansen op betere onderwijsvoorzieningen, gezondheidszorg en werkgelegenheid. Tegelijk waarschuwde hij dat met rijkdom ook verantwoordelijkheid komt. De centrale vraag is volgens Choennie hoe Suriname deze zegen zal inzetten: ten bate van het hele volk, in gerechtigheid en eerlijkheid, of geleid door eigenbelang en verdeeldheid.
Hij riep op om, naar het voorbeeld van de wijzen uit het oosten, de eigen gaven, talenten, tijd en middelen niet enkel voor zichzelf te gebruiken, maar te delen in dienst van de gemeenschap. Alleen zo kan een samenleving worden opgebouwd waarin niemand wordt vergeten.
In zijn slotboodschap benadrukte de bisschop dat Kerstmis laat zien dat God mens wordt in eenvoud en nabijheid. Hij riep op tot verbinding, vergeving en een open hart voor elkaar, zodat oude wonden kunnen worden omgevormd tot bronnen van hoop.
Choennie besloot met een gebed en de wens dat het nieuwe jaar gekenmerkt mag worden door wijsheid, moed en saamhorigheid, en dat iedereen in Suriname zich thuis mag voelen, ongeacht afkomst, huidskleur of geloof. Hij vroeg om Gods zegen over het land en over ieder huis.












